verdronken in fluisterend groen
mijn open blik naar donker water
denk ik terug
aan onze eerste zoen
verschijnt dat vroeger
in dit later
Categorie: Poëzie
Thuis
Hou mij vast door me vrij te laten
want in jouw ruimte kom ik thuis
Zonsonder
avondzon breekt bladerdak
even schitterend uitgefloten
in waanzinnig afscheid
schaduw onderstreept verlangen
telt haar laatste uren
vlijt zich lijdzaam neer
bij het verstillen van de dag
Vrijen
heb je gekregen
wat je zocht
toen ik even
heel verlegen
naar je kijken mocht
zonder gêne
vol hartstocht
je warme wangen
mijne vonden
ons zijn totaal verbonden
tot de nacht ging slapen
het ook al langzaam
ochtend wordt
Zoon
Ik kijk zo graag naar jou
hoe je in gedachten lijkt
tot je eindelijk begrijpt
wat je deed fronsen
ik luister naar je woorden
over jouw plannen en je pijn
de twijfel, wie je straks wil zijn
klinkt door in spaarzaam zwijgen
ik voel je nog veel liever
je dwaze porren in mijn zij
hoeveel je stiekem lijkt op mij
maar ook zo jezelf gebleven
Onthouden
vergeet je niet te leven
tussen het rennen en het vliegen
het wikken en het wegen
over wat je wilt en moet
vergeet je niet te leven
even alles los te laten
je aan de stilte weg te geven
slechts verblijft in dit moment
vergeet je niet te leven
tot de dood je overkomt
je ondergronds heel even
bedenkt wat je bent vergeten
Ik
wilskracht kraakt
onder het juk van een sluimerend zijn
wat zich vretend een weg baant
door een nog altijd ongeboren ik
verloren dwaalt het geluk
door oude klamme gangen
druipend van ontketend verlangen
versmolten tot een enkel zijn
Zwerft
ik ben een zwerver
ik ben tussen vrienden
ik zie mensen stoeien met woorden
zwerven tussen zinnen
ik ben tussen vrienden
het doet mij goed
zwerven tussen zinnen
raak ik verward van binnen
het doet mij goed
warmen oude handen
raak ik verward van binnen
van nieuwe ogen
warmen oude handen
drogen in mijn schrijven
van nieuwe ogen
kijken mijn eigenheid aan
drogen in mijn schrijven
ik zie mensen stoeien met woorden
kijken mijn eigenheid aan
ik ben een zwerver
50
50 lentes zagen we samen
de zon dansend over water
dromen van wat nog komt
en praten over dat wat was
50 lentes met jou gedeeld
tranen gelaten, pijn gevoeld
zo hard gelachen en gezoend
in stilte enkel zitten in het niets
50 lentes bloeiden wij samen
met de jaren rijpte de geest
begrijpen wij wat telt nu het meest
jouw hand altijd warm in de mijne
50 lentes geen dag verveeld
Weg
ga je met mij in het niets
naar alles nooit gezien
laat staan ooit gedaan
tot aan het eind
niet meer terug