Wanneer ik mij voorstel
Aan een wildvreemde
En voorzichtig kennismaak
Voelt dit vrijwel altijd goed
Geen vooroordeel blijkt waar
De eerste indruk oppervlakkig
En je neemt bij afscheid
Nieuw inzicht mee naar huis
Waar komt dan die angst vandaan
Voor al die vele vreemden
Die ons blijkbaar gaan overspoelen
En onze rijkdom in zullen pikken
Vandaag zijn er 39 gestorven
In wanhoop op zoektocht
Naar een leven zonder angst
En een maaltijd op het bord
Maand: oktober 2019
Ongeschoren
Op de maandag zijn de wangen
Gladder dan een hammetje
Al verraadt een rasp in de avond
Het eind der ongeschoren tijden
De eerste dagen groeit gestaag
Een nonchalante oogopslag
Als gras in de lentezon
Glinsterende stoppelpret
Het eerste weekend roept
Vakantiebaard in aantocht
Het gezicht vraagt in de spiegel
Of ietwat trimmen al een optie is
De tweede week begint
Luiheid in de ochtend
Levert vragen op bij collega’s
Of alles wel goed gaat thuis
Steeds vaker treft men mij nu
Krabbend op de gang
Maar huiswaarts blijken
De mesjes zoekgeraakt
Tot het teken volgt
Op de zaterdagochtend
Bij de supermarkt
Waar men mij euro’s schenkt
Pijnlijk verslikt zondagavond
De trimmer zich mopperend
En bossen grijs en zwart
De wasbak ondersneeuwen
Het teruggevonden mesje
Maakt de wangen weer glad
Gladder dan een hammetje
Met een babyface
Laatste ronde
Daar lopen we door de regen
Vlak voor middernacht er is
Duister wandelt met ons mee
Wanneer de stilte ons omhelst
We gapen beide af en toe
Stappen traag in gedachten
Een kat vlucht verschrikt
Na zacht en diep gegrom
De bange egel steekt veilig over
Nieuwsgierig nagesnuffeld
Druppels tikken een roffel
Spatten fris uiteen op straat
Verdwijnen stil op zwart water
In een dans van vele ringen
Terwijl slakken vermorzelen
Onder versleten schoenen
Thuisgekomen schudden we
Stinkende vacht en regenjas
Een laatste blik vertelt ons
Slaap lekker en tot morgenvroeg
Herfstig
Als ik mij herfstig voel
Zie ik alleen het daglicht verdwijnen
Niet de sfeervolle kaars in huis
Als ik mij herfstig voel
Sterft alleen blad aan de bomen
Ga ik aan de kleurenpracht voorbij
Als ik mij herfstig voel
Blijken alle zwammen beschadigd
Vertrapt tussen vochtig rottend hout
Als ik mij herfstig voel
Verlang ik naar de stralen van de zon
Maar rest mij slechts trui of deken
Als ik mij herfstig voel
Betrekt de lucht in alle tinten grijs
En mijn huid in eenzaam grauw
Als ik mij herfstig voel
Lijk ik wel kort te moeten rouwen
Om het verlies van de zomer
Schrijfzin
Al schrijvende
Spin ik een draad
Diep naar binnen
Of juist ver daarbuiten
Speurend naar gevoel
Vreugde of verdriet
Eenvoudige verwondering
Of dwaze gedachten
Vertaald zonder denken
In korte woordenreeksen
Die een spiegel blijken
Van mijn wereldbeeld
Avondeinde
Lopend in een schilderij
Omarmd door fraai pastel
Van een warme zomeravond
Gedachteloos getuig ik
Luchtstromen zetten strepen
Wolken gevangen in beweging
Uitgelicht door ondergaande zon
In een unieke veelkleurigheid
Een langzame voorstelling
In de draaiing van de aarde
Dimmen beelden alsmaar grijzer
Op weg naar een zeker zwart
Vuur
Onder zacht geknisper
Verteert een gele gloed
In stralende warmte
Wat ooit zo trots groeide
Als in een speelfilm
Is het verhaal zichtbaar
Van leven terug naar as
Groen naar grijs en zwart
Dankbaar likken vlammen
Stijgt rook eenzaam omhoog
Soms gevolgd door felle vonken
Die zich naast sterren willen voegen
Vlammen en oranje kooltjes
Dansend tot het einde
Zachte snikken geven aan
Dat de kou zal zegevieren
Kuiten
Twee sneeuwwitte kuiten
Staken af tegen rode broek
Kwamen eindelijk eens buiten
Zagen mensen verbaasd staren
Dapper spanden ze samen
En stapten fier door de stad
Kaal en onbeschermd
Kwetsbaar maar zonder angst
Van terras naar terras
Brachten zij de drager
Van bier, wijn en pasta
Uiteindelijk naar zijn bed
Daar kropen ze koud
Maar zeer tevreden ook
Als kale hammetjes
Dicht tegen elkaar
Lust
Ik hoor mijn naam
Zachtjes maar helder
Je wilt me nu en snel
En ik ben verkocht
Daar lig je dan
Onder zacht licht
Bruinverbrande huid
Glimt in de schemer
Ik kom dichterbij
Ruik je zoete parfum
Ik sluit mijn ogen
Twijfel verdwijnt
Jij bent van mij
Opwinding alom
Wat ben je mooi
Een lekker ding
Koffie erbij meneer?
Betovering verbreekt
Daar sta ik bij de kassa
Met mijn gevulde koek