Flinters

in alle dingen glimmen beetjes van
wat ik met je wilde delen in de tijd die is
de schitter op het water vanaf de kade

ik ben gaan zitten in de stilte die er lag
liet alles liggen, rusten naast mijn peinzen
dit leek precies op wat je voor mij was

op alle dingen vind ik broze snippers jij
ze vervliegen vlug met mijn zacht gezucht
en ik loop er zwijgzaam achteraan – berust

Drup

ik vraag mij af welke druppel dan
je laat kiezen voor een nieuwe baan
of de doorslag geeft iets te kopen
jou weerhoudt snel door te lopen
of stil te staan bij wie je wilde zijn
welke druppel was het die

mij uit je leven veegde, zomaar

alvast voor dood waant
net nu ik zo dapper leef
ik vraag het mij vaak af, maar
zal het vaker laten straks
denk je nog te vaak beter dan jij was
en blijf mijn stilst tegen je praten

Pogen

ik probeer wel eens uit te leggen wat ik voelde
toen het vloeide van je vingers
door mijn vingers – en ik totaal de jouwe werd
je op een bankje in mijn hart ging zitten
om te kijken wie daar woonde, wie ik was
je daar zonder spreken al mijn alles las
alsof je met mij dacht en samen zocht
naar verklaren van de vragen
die mijn gebroken blik verraden, mijn schuilen
onder ogenschijnlijk onbezonnen schaterlach
een stuk van mij bleef met jou, bij je achter
Roeka wist het treffendst te verwoorden
het voelde warm als een in elkaar geboren
tot aan samen sterven, voorbij verloren

error: De inhoud is beschermd !!