Evenzeer

je delen bracht mij naar wat een plek had
dacht ik
het brak het open, mijn slapen in de waas
en hij die zich vergaapte zonder praten
niet maalde om grijpen aan wat mij was

(het lijkt wel alsof wat mooi bloeit
en goed bedoeld het leven leeft
zich door zacht en klein laat aaien
de ander ziet en ernaar luistert

het lijkt wel of dan je bloed vloeit
tanden kauwen tot op bot
je niet wilt vechten en verblijft
alvast versterft en alles rot

het lijkt wel of verharden loont
schuilen bij je binnen zonder buiten
en er slechts waakzaam in je woont
tot aan het alleen wat alleen verder leeft

de schone schijn komt zo bedrogen uit
het is het kwetsbaar wat zal winnen
koester je zachtste zacht daarbinnen
en draag je tranen, huil je allerluidst)


je delen bracht mij naar wat een plek had
dacht ik
het streelde even schrijnend over vroeger
kuste warm op een ooit geweest
en wat er net als jij mag zijn

Destijds

zoals je drijft, soms op mijn denken nog
ik strijk de wilde haren achter jouw oren
voel al je boos dwars door jouw stil alleen
je komt op adem lijkt het, kleurt en lacht

kruipt met je nagels naar dit veilig heen
ik zie de doffe parels in je ogen
achter ooit gebarsten vol verloren
en daar mag ik dan heel even zijn

Mist

voel goed hoezeer ik het mis
dat je vol verhalen naast mij liep
hoe ik naast bij je lag of met je sliep
hoe ik ooit al jouw sproeten wist

hoe ik nog weet hoe wild je keek
hoe mijn tong nat onze namen schreef
hoe ik enkel hard tussen je benen bleef
tot we in langzaam samenkleefden

ik mis je lief en wil nooit zonder
blijf je dragen dwars door al mijn dagen
geef je gul al mijn ik maar wil je vragen
mijn hart zacht te dragen in mijn donker

error: De inhoud is beschermd !!