jij maakt mijn later fraaier
kleurt het nog ongeweten in
en op deze onbeleefde dagen
geef jij al dat wat daar is zin
Auteur: krijgerij
Manen
nu de maan al volop op is
aan staat samen met de laatste zon
en jij mij minder lijkt te missen
dagen vult met voor het ons begon
Overdacht
dat mijn denken voor mij uit loopt
weet ik
probeer ze maar eens bij te houden
de nog niet gedurfde dromen
waar de twijfel
met de mitsen en de maren
samen strijden om gelijk
Mees
hij schittert in mijn oor
al lang wakker nu ik stoor
zijn laten horen dat hij is
bestaat, zich horen laat
voor wie zwijgt of luistert
zo nooit verloren gaat
Tijd
ze was slechts gedacht om te verklaren
deze plaats van hier op aarde
tussen wat al zoveel langer draaide
het om ons heen te vatten in het platte
ze sneed dagen los van nachten
en kneedde er seizoenen van
het leek zo mooi te kloppen
een schrikkel hier en daar gelaten
je kon het snijden
in kleine reepjes
proppen in blanco hokjes vrij
maar wat leeg is moet gevuld, geplukt
zo lopen we slaafs achter haar aan
aan het onzerwij voorbij
Las
ineens gespleten tussen weten en vergeten
mijzelf vergeven om te leven
mag ik je lezen, eenvoudig geven wie ik ben
met mijn altijd maar ontbreken
is het teveel alleen maar nooit vergeefs
Heet
vlammen likken naar later
vreten aan wat is geweest
maken zwart wat was, groeide
schroeit, knapt, zucht, vergeeft
spuwt vonken hoog tot over
Uit de hoogte
het brengt de stilte, de berg
vraagt een thuis terug
tussen golvend groen
het rauwe grijs
draag je jezelf alleen
nietig blijven
je nu en hier begrijpen
naast bestaan
Nacht
de avond brengt vlak voor zijn zwijgen
dekens vol van sterrenregens
ze kijken mij zacht aan, gezegend
dragen jaren licht voorbij altijd
Groots
ik voel mij net iets kleiner dan ik ben
een tikje schuchter, mijn blik ontwijkt je
bang dat je het ziet, al mijn twijfel ruikt
soms dans ik juist uitvergroot op straat
kan ik de bergen aan, niet stuk te slaan
tot ik besef dat iemand naar mij staart