Trein

welke wereld leeft er achter mij
als ik naar voren kijk

heb ik mij verkeken
in de verkeerde trein gezeten
ben ik voorbij eigen race gereden

tot opeens jij daar zat
en mij verlegen staren zag
je groette welkom met je lach

spoorde mij aan tot zeker weten

Weggedacht

dikwijls loopt mijn denken weg naar toen
ik was nog niet half de man van vandaag
legde lappen hard over weke delen

tot ik brak in de dag, jij mijn wroeten zag
het geploeter door verlegen, de schroom
te tonen hoeveel leeg er in mij leefde

ik woonde achter een schijn van laffe lach
jij bracht mij boven – zette binnen buiten
liet mij laven aan het licht van eigen mij

Uitgeschreven

ik schrijf nu eens niet over jou
er zijn boeken vol van
die beschrijven wat ik je wil zeggen
te vaak vergeet
of niet durf
ze blijven

elke regel lijkt opgebouwd uit jou
breek je zelf af
met een snauw
of met je breken
door onbedoeld
het gemeen
van mijn ongemeend

vandaag blijf jij ongeschreven
tot morgen
als ik nog meer van je hou

Lampje

ik schijn je alleen even bij
draag je uit het donker
want het mooiste licht ben jij

al voel het soms wat somber
ik zie jou zo fel vonken
jij zet mijn dagen aan

zacht als de volste maan
hang jij de nacht vol sterren

kijk binnen als je het niet meer ziet
zie jouw jij in haar bijzonder
want het mooiste licht ben jij

Taart

was ik een prins op een wit paard
dan wist ik jou meteen te vinden
en eenmaal uitgemitst en uitgemaard
bestelde ik de allergrootste appeltaart
om deze met jou te verslinden

mocht jou dat niet bevredigen
je zelfs ietwat beledigen
dan vind ik dat je weten moet
als ik aan jou denk
dan proef ik enkel zoet

error: De inhoud is beschermd !!