doe mij een gebroken been
kneus mijn enkel of breng mij enkel
een flink beurs na harde tik ineens
vloer mij en laat mij garen in mijn sop
deze koek is doodeenvoudig op
breng mij de slaap alleen en
nooit meer ergens heen
Tag: verlangen
Even
het zijn van die momenten dat ik vergeet
niet meer weet waar je woont, hoe je heet
het beeld mis van hoe je het met mij deed
weer met mijzelf alleen lijk opgescheept
ik verlang er wel eens naar – tevergeefs
Lig en af
ik heb mij allang neergelegd
onder dekens vol kiezelstenen
zwaar en kil over dit alleen
het grijpt mijn adem vast
laat mij zwijgen waar het krast
de laatste kus, kijken, dat dus
ik denk aan het mooi ervoor
wat smaakte je mij goed
naar morgen zonder gisteren
naar sterren in hun glinsteren
geen woord is hier te groots
het bleek de kus op onze dood
Genoeg
het zou voldoende kunnen zijn
wanneer ik niet zo weinig was
alleen mijn schrale mij alleen
vol scheuren en oude deuken
ooit gesterkt door overmoed
gelovend in de kracht van goed
naïef sta ik weer in de hoek
wat dommig voor mij uit te staren
het zou voldoende moeten zijn
wanneer ik niet zo weinig was
met al mijn veel te veel alleen
Gefeliciteerd
vandaag alweer
een rondje rond de zon
en zo anders dan
hoe de reis begon
tussen gevonden, verloren
vooral geleefd alom
van eerste licht tot
aan het donker wat lonkt
je huid, het gemis
het strelen met je tong
jij laat mij beven
houdt mijn altijd jong
Ziek
al dat zoete zieke houden van
het holt je uit en vult je aan
gooit alles om, zet je rechtop
laat je staren, dromen maken
tot aan wakker schrikken plots
het ebt weg het de adem stokt
het maakt bang en geeft je moed
smaakt naar wat je janken doet
je wilt er niets van missen meer
maar minder van dat lege zonder
als je haar proeft en zij jou voedt
laaf jij je weer aan dit zoete wonder
Simpel
zo ingewikkeld is het niet, liefde
het is iemand graag willen zien
lachen bij verschijnen
een traan na weer verdwijnen
blij zijn met wat is of was
dit eenvoudig niet vergeten
Opstap
je staat op de rand van de stoep
alsof je hangt aan een klif
je weet niet of overgave
naar voren of achteren beweegt
je draagt een koffer in je hand
houd je daar aan vast
en wiebelt wat op je benen
het is geen twijfel maar een teken
van de ander die in je zit
iemand die in je lijf verblijft
een reserveleven maakt
voor als het eerste faalt
Pluk
deze bloem plukte ik eerder
het was waar ik wilde weten
in extremen gleed op eigen feest
gewoon vergat ook wat te eten
heel deze bloem vrat ik rauw
zonder ruiken en proeven even
ik hapte dwars door heel het heden
dreef daarna weg op voorbij jou
Zit
op deze bank wil ik wonen
de broze zon rondom de konen
jouw mooie jou in mij verlangend
ik blijf je schrijven lief
zonder schroom
je danst over pas geboende vloer
waar ik je juist heb opgeveegd
het duurt nooit lang voor ik smelt
vol sta op wat toch altijd bleek
op deze bank zal ik sterven ooit
in deze nacht wil ik bestaan
met de glimlach om mijn mond
na onze laatst gedroomde kus