zo achter in mijn keel gromt het dan
jouw ogen, bovenlip en daartussen
het parmantig pad tot aan je neus
heb ik geen keus – ben ik aan jou
Tag: verlangen
Vooruit
je pakt me uit mijn vel
droogt resten dromen af
en blaast het donker open
vraagt zacht te blijven kijken
naar al het fijne in het kleine
hard te lachen om wat was
rustig zittend op al wat komt
het zal mij nog verblazen
Gunnen
wat anders dan het alles gun ik jou
putters zien voor het eerst dit jaar
je jas los en plassen zien drogen
weten dat wie naast je loopt blijft
met de lach die je zo mooi staat
Schoon
je spoelt met al het water weg
in elke golf rolt een beetje jij
nog wat verder weg van mij
je valt van het dak, de boom
rust heel even op het zacht
zakt naar waar donker wacht
ik spuug je uit en spoel je door
schraap je weg van binnenuit
tot alles fris ruikt in m’n buik
Bos
ik droom
tussen bomen
ze gooien mij steeds
naar elkaar over
en daar uit de hoogte
zwijgen zij mij aan
ze zien de glimlach
rondom bevroren mond
een glinster binnenin
versteende blik
het zag ons ooit
voordat dan
Verscholen
achter struiken hoor je ze wel kruipen
en ze bestaan het liefst achter bomen
vanuit de schaduw vinden ze van alles
zonder iets echt uit te durven spreken
je laat ze daarom beter ongemoeid
want je verdwijnt in holle ogen
het leeg van de sterrenloze nacht
blijf in eigen licht en wees kwetsbaar
het is waar ze slechts van durven dromen
groet ze met warme lach en een gezien
en gun hen de glimp van echt bestaan
Besef
zo op de avond
vlak voor slapen
een laatste slok
in al het later
begint de kater
denkend aan later
zonder praten
en elkaar
Flinters
in alle dingen glimmen beetjes van
wat ik met je wilde delen in de tijd die is
de schitter op het water vanaf de kade
ik ben gaan zitten in de stilte die er lag
liet alles liggen, rusten naast mijn peinzen
dit leek precies op wat je voor mij was
op alle dingen vind ik broze snippers jij
ze vervliegen vlug met mijn zacht gezucht
en ik loop er zwijgzaam achteraan – berust
Even
vanmorgen bleek ik je even vergeten
en keek alleen naar de bleke maan
ik hoorde ganzen gaan op zoek naar
warm boven frisgroen – iets te eten
ze lieten mij dwalen en zagen mij staren
vlogen hun luidst hoog richting jou
Drup
ik vraag mij af welke druppel dan
je laat kiezen voor een nieuwe baan
of de doorslag geeft iets te kopen
jou weerhoudt snel door te lopen
of stil te staan bij wie je wilde zijn
welke druppel was het die
mij uit je leven veegde, zomaar
alvast voor dood waant
net nu ik zo dapper leef
ik vraag het mij vaak af, maar
zal het vaker laten straks
denk je nog te vaak beter dan jij was
en blijf mijn stilst tegen je praten