echt tellen doe ik
ze al lang niet meer
mijn enthousiaste malen
van het kwispelend blij
daarna – de luide rem
dralen, ietwat schamen
terug in mijn vervuilde hok
pas geheeld gehavend
smaakt nu bitterzout
ik, ik leg mijn oude kop
met diepe zucht
op verstuikte poot
Tag: verlangen
Ver
eenmaal uitgevlogen
buitengaats
draai jij je ooit eens om,
vol leedvermaak
voor je verdergaat
in het laffe achterlaten
volgevreten met wat was
als nooit geweest vergaat
Antwoord
zal het er zijn wanneer ogen kruisen?
straks, bij verkennen na zo lang geleden
smeulend, ontvlammend bij weer weten
slijt liefde of leeft het verder, geborgen?
hoe bewaar je iets wat licht vraagt?
zonder te vergeven aan de wind
de kilte van de nacht, het alleen
dek je het af met klamme dekens?
rustend tot hernieuwd ontwaken
als oud graan in los zand
bij de eerste rake traan, of
ben je vergeten wat het was?
Uitgeteld
ik stap eruit
dat oeverloos gezever
zwaarmoedig dragen van de dagen
de zon zien in zijn ondergaan alleen
weten dat dit alles eindig blijkt
de kracht voelen verdwijnen
willen zonder dat te kunnen
niets doen omdat het altijd tegenvalt
ouder worden, vrienden zien breken
met angst in de ogen, opgelapt voor even
niet vol willen kiezen voor de ware liefde
omdat er niets past op mij alleen
ik nooit zal rusten tot ik voelen zal
het echt, het diepe, waar tranen komen
echte dan
Weg
je lijkt langzaam te verdwijnen
achter het minder van dat fijne
tussen de vlinders en het kleine
binnen leeg van alsmaar meer
Trein
welke wereld leeft er achter mij
als ik naar voren kijk
heb ik mij verkeken
in de verkeerde trein gezeten
ben ik voorbij eigen race gereden
tot opeens jij daar zat
en mij verlegen staren zag
je groette welkom met je lach
spoorde mij aan tot zeker weten
Vrij
pak je vrij vast met beide handen
en laat het nooit meer los
ik zal er naar kijken, ervan proeven
het strelen bij het dichterbij
tot aan een even wij
Houden van
hoe hou je van
luchtig en vrij
dartel en vluchtig
prachtig en gulzig
wie alles leeft
je bent dankbaar
rustig en blij
wacht je geduldig
lacht zacht, koestert
dat wat ze je geeft
Weet je
weet je lief
voor jou waren dagen mat en vlak
al wist ik toen niet hoe dit nu was
met jou in mijn hoofd bij waken
het laatste gapen voor de nacht
wanneer ik mij verwonder
deel ik het met jou, meteen
en tranen, wat kun jij mij raken
je kraakt door alle lagen
jij hebt mijn alles zonder vragen
het is van jou, wat mij mij maakt
weet je lief
ik kan geen zonder jou verdragen
je bent al mijn laatste dagen
ik ben van jou
Vergeten
ik probeer het wel eens
tegen beter weten in
niet aan je denken
net doen of je niet bestaat
en dan heerlijk falen
het niet kunnen laten
je fijnt al het mij zijn
tegen beter weten in