zo in het sluiten van vandaag
staart ze zomaar voor mij langs
zag het drogen op mijn wang
dit dwalen zonder waken
met het licht op al mijn vragen
steeds weer wakker in de nacht
het was het malen wat ze zag
voordat zij vluchtte in het gras
Tag: avond
Avond
tussen vreemd en onverstaanbaar
zo begrepen, zomaar
ben jij de lach in de dag
die schittering in de lens
wat flets fleurig kleurt
nu de leeuwerik zijn deuntjes strooit
over laatste dekens vol vandaag
Glibber
vandaag glibberde listig
als een aal door mijn hand
zo ineens van ochtend
naar vanavond
ik vertwijfeld aan de kant
daar druipend aanbeland
Horizon
je glijdt weg in de verte
het laatste licht vaart mee
achter ons morgen aan
de nacht mag voor ons waken
sterren sterk tezamen laten staan
naast een versgebakken maan
Zin
een paar laatste zinnen
voor het slapen
omdat ik de zin niet heb
ondanks gapen
en mijn zinnen verzet
in leeg van lakens
droom ik mee op de zin
van zijn
Verstillen
verstopt in onuitgesproken dool ik
schop schamper stenen voor mij uit
zwijg mijzelf aan in lonkend donker
vervolg mijn lopen door onbewogen
Zwart
de tak naast het blad brak zacht
sappig dras droeg vertraagde pas
tranen dwalen over vale jas
deze nacht behoeft geen ster
vloeit veel te fraai in duister
Merel
gelukkig was jij er wel, hoog op het dak
je bezong de schemer luid in jouw licht
het was alsof je huilde met een snik
ongehoord en ongezien, haast desperaat
zag ik je schitterend verstillen tot niets
Avondstil
bladstil, luid komen vragen aangevlogen
klauwen grijpen takken welke kraken
net als botten bijna breken, snerpend
avond, warmte kruipt traag onder asfalt,
schuilt tussen de bomen en de struiken,
net als somber achter ogen sluipt, tergend
en ik, in deze broze kilte van de nacht
kleef het verlangen naar jouw mooist, je zacht,
net als kauwgum onder zool, verberg het
Kauwen
in het laatste stuk van de dag
zwermen zij klagend samen
kruipen kermend op een koude tak
zwart schuilt dapper voor de nacht
ik draag jullie bang wel
mee met mijn alleen
slaap zacht