Dolenden

je ziet ze lopen en herkent ze meteen
de scheve glimlach zonder tanden
holle ogen zonder weerspiegeling
twee zwarte gaten in een lege doos
je zou, erin gekeken, geen morgen zien
alleen de vergeelde plaatjes van weleer
tussen dode vliegen zonder vleugels
ik duik weg in nat gras, schuil achter bomen
ze dolen op zoek naar wie durft te vragen
hoe het ze vergaat, dat je blijft om te praten
ze zuigen je goed op, schenken je maden

Binnen

binnenin zal donker blijven
ongeschikt om naar te kijken
schrikt soms op mijn dapperst af
in zijn veel te brede lach verpakt

stralen zon laf over grauw geplakt
draag ik hem met mij mee – zal zien
hoe koest mijn woest zich houdt
of opeens naar buiten braakt

binnenin zal donker blijven
en teveel voelen van wat rot
in koude ogen van wie zwijgen
lijden verstilde woorden tot

Eenzaam

hij danst met mij, de nacht
lonkt met al zijn duister
luistert hoe ik huiver
met hem volgezogen raak
ik wil mijn eigen donker in
voelen waar het rot en riekt
onder grauwe tegels woelen
tussen vuile groeven bloeden
krassend op mijn dwaas
ik wil mijn zwartst, het rauw
dat kale koude nat
waar mijn ik onveilig zat
eenvoudig huilen in de hoek
tot aan voorvoelen van het lot
wil ik het einde zien, de muur
guur verkillen in een niets
weten wat ik uiteindelijk mis
een eeuwig zonder jou
met mijn versteend alleen

Poel

dans tot de dag volgt na het donker
op mijn nochtans onbevangen rimpeling
onderhuids gedonder druist tegendraads
verlicht leed lijkt betraand te verbloeden
vloeiend verbonden met dat wat onder is
zonder zien voelt stilte zoveel harder
verzegelen vliezen schone diepten
zakken zorgen weg in zompig zand

error: De inhoud is beschermd !!