nu de dag wordt verpakt
onder stille grijze sluier
vertel ik mijn kleine mij
dat het goed is om te blijven
wie ik toen al bleek te zijn
vallend voor het raken
eenvoudig blijven zwijgen
voelend aan het knagend
snuivend aan al wat rot
en het omwarmen

nu de dag wordt verpakt
onder stille grijze sluier
vertel ik mijn kleine mij
dat het goed is om te blijven
wie ik toen al bleek te zijn
vallend voor het raken
eenvoudig blijven zwijgen
voelend aan het knagend
snuivend aan al wat rot
en het omwarmen
zuiver fluit nog zoveel buiten
buitelend over zomers zuiver
schreeuwen met de grootse ijver
tegen schemer die hen overvalt
Zoveel groen gezien
Zonder dat het mij verveelt
Verlang slechts naar meer
Krom over mijn stuur gebogen
vreet ik asfalt met mijn ogen
bovenbenen stampen hard
lijden pijnlijk tegen tegenwind
eensgezind versmelt hele lijf
met op het lijf geschreven fiets
versnellen wij in deze eenheid
vanuit het alles in het niets
De kracht van buiten
schuilt in het licht
op een vermoeid gezicht
eenvoudig lopen
met je denken dicht
Meters lopen met mij weg
Ogen verdwalen in diepte
Verloren in verwondering
Gedachten zweven terug
Naar vergeten oude levens
Die hier ooit hun dagen sleten
Velden zaaiden of weer maaiden
Dezelfde wonderwolken zagen
Mij vandaag hier zo diep raken
Bruisend brein verlangt noodzakelijk zwijgen
Lucht gaat binnen op zoek naar vragen
Stuurt ze buiten, ver weg van hier
Stilte behoeft mijn aandacht
Ruimte neemt plaats
Geeft inzicht
Inspiratie
Hier
Nu
Licht trekt ons naar buiten met
de warmte als belofte
Straft ons daar met ijzige zweep
verpakt in noordenwind
Aan een touw
lijk jij te draaien
Gedragen op niets
dan warme schemer
In trage cirkels
ben jij ons de baas
Breng je schoonheid
naast zeker sterven
Licht dimt traag aan de verte
Kilte kruipt stil op haar stoel
Ik blijf rillend met mijn denken
achter met dit machtige gevoel
Niets ontneemt mij deze ruimte
hier ongebonden te verbinden
Slechts te zijn, verwonderd
nu alles in niets te vinden