Huiver

daar was het dan, een sluwe slang
langs mijn rug, niet te duiden huiver

het bijt in mijn nek dwars door denken
knaagt door het vel, slurpt van binnen

zuigt me leeg – net nu ik zo sterk was
ik laat het maar gebeuren, we zien wel

het ligt bij mij, schurkt tegen me aan
fnuikt schamper en gaat slapen

Poel

dans tot de dag volgt na het donker
op mijn nochtans onbevangen rimpeling
onderhuids gedonder druist tegendraads
verlicht leed lijkt betraand te verbloeden
vloeiend verbonden met dat wat onder is
zonder zien voelt stilte zoveel harder
verzegelen vliezen schone diepten
zakken zorgen weg in zompig zand

error: De inhoud is beschermd !!