zoals je naar mij kijkt
schitterend in al jouw zijn
en hoe jij op mij lijkt

zoals je naar mij kijkt
schitterend in al jouw zijn
en hoe jij op mij lijkt
jouw lach danst hier voor mijn ogen
laat mij jou vandaag slaafs volgen
naar een nog zo onzeker morgen
wat wij samen beleven mogen
wat kijk ik op tegen jou
hoe zacht licht je bekleedt
je hoofd verscholen in je haar
gesloten ogen genieten boven
van dit samen als één bestaan
nagels grijpen hard vast
wat zal verdwijnen straks
in een luide laatste zucht
zij blies gestapelde vragen
dwars over koppen vol schuim
om elders breinen te verstoppen
liet deze koude dag
voor wat in eenvoud was
voorbijgaan in verwonderen
zij liegt glashard in haar spiegelen
legt alle afstand naast zich neer
bedriegt ogen, steelt gegeven tijd
brengt mij het wad en het waarom
aan de verte sluipt ze weg
en laat een grijze stilte los
overvalt ons met dit eindig
geeft laatste loodjes troost
daar kwam ineens een vlaag voorbij
een zuchtje heimwee naar jou en mij
het waaide kil dwars door mijn hart
met toch altijd nog dat gapend gat
oude vrienden
laten schaamteloos
stiltes vallen
tussen verse glazen bier
tikken op je schouder
en wijzen
zonder woorden
op gedeelde smart
van in te houden adem
bij het passeren van
lang verleden tijd
lijsten lijken ineens
als stroop te kleven
aan al wat moet
net nu ik zo graag
nog heel even
vertraagd
in deze leegte
van stil beleven
was verbleven
goedlachs beleef jij de dagen
zie ik jou rode konen dragen
bij wat er op het pad verschijnt
van kleins af aan was jij een boef
een lachebek, kletskous, nimmer droef
iets wat zichtbaar nooit verdwijnt
ik zal voor altijd naast je staan
zoals ik immer heb gedaan
mij heb je tot mijn laatste dag
blijf jij de kleine eigenwijs
op je eigen mooie reis
die je nog beleven mag
vier je leven elk moment
zo puur als je nu bent
met je wonderschone lach