hoe wie er niet is er zo kan zijn
ik tel je sproeten, zelfs de kleine
al jouw tanden lachend op een rij
je luistert naar wat ik nog wil vragen
en zwijgt voor altijd, leeft je vrij
ik voel hoe alleen jij kon kijken
met vingers streek over mijn hand
toen even huilde in de keuken
waar ik je vroeg waar je aan dacht
daar plots jouw broze dapper brak
het was niets minder meer dan alles
wat goed genoeg moest zijn die dag
voor jou geen morgen meer met minder
tussen lange nachten zonder zacht
je wilde beter, niet een vergeten
geen eenzaam dolen door een leegte
en dat er altijd iemand aan je dacht
Tag: zelfkennis
Genoeg
het zou voldoende kunnen zijn
wanneer ik niet zo weinig was
alleen mijn schrale mij alleen
vol scheuren en oude deuken
ooit gesterkt door overmoed
gelovend in de kracht van goed
naïef sta ik weer in de hoek
wat dommig voor mij uit te staren
het zou voldoende moeten zijn
wanneer ik niet zo weinig was
met al mijn veel te veel alleen
Zeker
er kruipen twijfels over mijn lijf
je ziet ze niet, maar ik voel ze
op zoek naar ineens duiden
ze komen met het donker mee
zo vanuit de nek omlaag, als slakken
je voelt het warme slijm vooral
over mijn hier en nu, wie ik ben
wil zijn – of wat ik voel wel juist is
ze sluipen door mijn duister tot ik val
Zelf
vergissen is wenselijk soms, stoot je neus
geef je hart aan wie er enkel op wil staan
strooi je goed in loze ruimtes, ga het aan
deel maar uit, blijf bij wat jou jou maakt
ze blijven of verdwijnen, het is hun keus
verbergen, negeren, vervlakken, wat heet
weet dat jij echt bent, dichtbij je hart leeft
durft te bloeden en dit ook durft te delen
jouw kwetsbaar blijft waar zij verstenen
loop door je dagen in al jouw eigen zacht
wie jou echt ziet zal snel verschijnen
neemt warm je hand en brengt de lach
Zijn
ik ben slechts wie ik was bij geboren
plus wat ik bij leven ben verloren
en wat mij ooit eens is gegeven
ben ik bij sterven weer vergeten
Overdenkend
denken drijft mij en overdrijft altijd
duwt mij randen over die er niet zijn
spuwt slierten twijfel in mijn ogen
trekt sporen door het zand, tot jij
ze wegspoelt alsof ze smelten en
mij warm blaast onder te dunne jas
vind alles weer waar ik verloren was
kust wolken weg tot enkel is wat blijft
Is of zijn
tussen het nu en het later
ligt wat we er van maken
je kleurt het koud en leeg
of stookt er woeste vuren
je mijmert tot het einde
of plukt van alle uren
je kiest wie er mag zijn
en ook wie er mag blijven
het is aan jou en jou alleen
aan mij dit op te schrijven
Waarom
waarom zou je ook om mij
hij die vreet van zijn alleen
uren kauwt op voor zich uit
zijn hand pakt tot besluit
waarom zou je ook met mij
hij die leeft van ver vooruit
dagen draagt op eigen tijd
en langs rauwe randen kruipt
Voornemen
zweeg ik maar wat beter
en dacht ik maar wat minder
er altijd iets van moeten vinden
nooit eens zijn en blij vooral
keek ik maar wat beter en
alleen naar dat wat was
Laatste dans
haar laatste dans zou ze graag stralen
maar ontstond wat haar deed breken
bleek bekeken broos gebarsten ogen
het zogenaamd volmaakt tevreden
verhuld in misplaatst mededogen
brak zij op doodgevroren tenen
door ijs van zelfgeschapen leegte
stierf aan haar zelfgeschreven lach