Zoon

Ik kijk zo graag naar jou
hoe je in gedachten lijkt
tot je eindelijk begrijpt
wat je deed fronsen

ik luister naar je woorden
over jouw plannen en je pijn
de twijfel, wie je straks wil zijn
klinkt door in spaarzaam zwijgen

ik voel je nog veel liever
je dwaze porren in mijn zij
hoeveel je stiekem lijkt op mij
maar ook zo jezelf gebleven

Dochter

Wat was je klein en teer
Toen ik je mocht ontmoeten
En wat was ik apetrots
Op mijn mooie kleine meid

En hoe verbaas ik me nu
Hoe groot je al bent
Vol verlangen op pad
In je jonge tienerleven

Moet ik soms zo wennen nog
Aan hoeveel je al weet
Hoe je mij ineens verwonderd
Op weg naar je ware ik

Herken ik de schittering
In je bruingroene ogen
Die er ook vroeger al was
En die hoop ik altijd blijft

Een apetrotse vader
Nu iets meer op afstand
Maar altijd vol vertrouwen
En met een grote glimlach

Vader

Kleine Jan van Joost
Werd uit liefde geboren
Om alweer te moeten sterven
Aan een tumor in zijn hoofd

Kleine Jan besloot anders
En vocht vele lange jaren
Daarbij een oog verloren
Zag hij toch het leven scherp

Geen seconde werd verspild
In alle ijver God te tonen
Dat hij niet almachtig bleek
Kleine Jan werd alsmaar groter

Bloeide op tot echte Krijger
Op missie onrecht te bevechten
En van zijn vele jaren hier
Een succes te gaan maken

Want leven doe je pas echt
Als je ooit bent opgegeven
Een mens wordt niet herinnerd
Aan wat hij heeft laten lopen

Al heeft Jan zichzelf
Hierbij meer dan eens
Veel te veel gegeven
Eigen ik voorbij gesjeesd

Ik ben de zoon van Jan
En had niet bestaan
Wanneer mijn lieve vader
Er toen niet vol voor was gegaan

error: De inhoud is beschermd !!