laat je maar heerlijk raken
door het trieste in de dagen
je blik lijkt zinloos te vertragen
op de stilte weggedragen
een zilte traan omlaag gelopen
je maag gevuld met knopen
doorlopen evenvele vragen
laat ze maar aan jou knagen
de mooiste zinnen voor ons maken
Maand: juli 2021
Kippig
vel knispert aan ranke bonken
lonken langzaam achter glas
pas als het bruin iets blakert
geniet men tot de laatste tel
Vroeg
met het haar nog
op half zeven
liep ik
rond de klok
van half acht
al even
Trek
kom in mijn mond
jij hebt wat ik wil
rol over mijn tong
tot je vloeistof bent
Koud
waarom zo woest tegen mij
de amper uitgeslapen ik
je komt kil tot mijn warmste laag
die enkel lentelicht verdragen wil
is dit hier nu echt jouw laatste snik
laat je mij dan eindelijk vrij
Pyama
Daar kom je in de kamer
lichtblauw flanellen pyjama
verhult net wel maar nooit genoeg
zodat ik hier ineens vol aan ga
Dorst
kleine belletjes van geluk kruipen
klauteren als spelende kleuters
vliegen in kleine verticale treintjes
uren zou ik kunnen blijven staren
mij vergapen aan spelen achter glas
vergeef mijn gulzig wezen zijn
dat je binnen 5 minuten op was
Slaap
waren we nog maar daar
daar waar denken slaapt
gedachteloos dralend
door verzonnen verhalen
over donkere wegen
naar onbegonnen dagen
Ragnar
Ragnar was wat later opgestaan dan gebruikelijk. Normaal gesproken leefde hij het liefste met het ritme van de zon en de seizoenen. Al was dat wel vooral een ochtendroutine realiseerde hij zich.
De avonden waren hem eigenlijk nooit lang genoeg. Vooral wanneer de mede smaakte en het gezelschap bestond uit diegenen leefde voor waar hij voor stond: “alles uit het korte leven halen wat het in zich heeft.”
Met koffie in de hand en het gezicht in de zon sloot hij de ogen om nog even in de stilte naar gisteren terug te keren.
Een dag omlijst in een gouden regen.
Lust
je likt
mijn ik
bijna af
die ene blik
lust
lust
jou hele jouw
zonder kauwen
en wel nou
je knikt