achter de deuren van mijn eigen, de ik
vind je opgeruimde kamers
binnen muren van gestuct beton
fris huist naast ruim en licht
tot je eenmaal zit
en kijkt
dit slechts is wat het lijkt
en de kilte je omlijst
Tag: kwetsbaar
Knap
je brak
met wat je dacht
toen jij je gaf
dat bij mij bracht
wat je deed wankelen
het voor je zag
een zonder samen
Er zijn
het overkwam mij nooit
het was er al
dondersgoed verscholen – dat wel
de lach kleefde aan mijn wangen
dat leidde lekker af
ik zette bloemen op het pad
tot zij die zwegen in mij keken
vroegen waar ik zat
mij zeiden er te zijn, altijd
als het past – dan brak ik pas
Anderen
Ze laten zich slecht lezen
die mensen om mij heen
Achter lachen schuilt huilen
blikken in ogen breken uiteen
in pijnlijk herinneren
Zo zullen ze mij ook wel lezen
Tussen ongeschoren baard
pronkt een grote grijns
onder ondeugend kijken
tot je de schone schijn wegveegt
Opgegeven
bleek keek zij via afgevreten nagelranden
langs de donkerbruine modderwanden
van haar zelf gegraven graf
heerlijk lag ze op vele opgegeven dromen
ijdele hopen manshoog om haar heen
het sterven mocht haar nu wel overkomen
voelde welhaast een welverdiende straf
dit leven bleek onverkort zoveel te lang
was enkel lijdzaam wachten op het slot
Samen
je voelt je zoveel groter
zonder gevaar van zeven sloten
geeft je doorgaans bloter
door bij elkaar jezelf te zijn
leg je hart gewoon op schoot
maak jou in het kleine groots
open je hoofd en beide ogen
tussen het leven en de dood
Bloot
vind je ook niet
dat het tonen loont
van waar je hart woont
zonder schroom te blozen
in dat ongemakkelijke hoekje
van het zacht te durven zeggen
wat je bozer schreeuwen wilt
het tere binnen naar het rauwe buiten
bloot en onbeschermd herboren
op die klamme tegels voor je thuis
je lief te laten kozen om niets
niets meer dan je maar bent
Verknoopt
laat je maar heerlijk raken
door het trieste in de dagen
je blik lijkt zinloos te vertragen
op de stilte weggedragen
een zilte traan omlaag gelopen
je maag gevuld met knopen
doorlopen evenvele vragen
laat ze maar aan jou knagen
de mooiste zinnen voor ons maken
Bloemveer
Vederlicht
streelde zij mijn oor
met lieve woorden
die tinkelden
van kwetsbaarheid
de kamer vulden
met de frisse geuren
van de lente
Delen
Ik neem je
mee naar binnen
waar nog niemand
kijken mocht
wellicht dat wij
hier samen vinden
wat ik altijd
heb gezocht