het oog van de orkaan
staat naast mij, voor mij klaar
snijdt gember en knoflook
maakt er geuren van
weet dat wat volgt smaakt
(was ik maar zo kalm
onbevreesd
mezelf gewoon)

het oog van de orkaan
staat naast mij, voor mij klaar
snijdt gember en knoflook
maakt er geuren van
weet dat wat volgt smaakt
(was ik maar zo kalm
onbevreesd
mezelf gewoon)
zoals je vroeger wel
je jas vergat
omdat het nog niet
geregend had
zo vergeet ik
te genieten soms
ook als de zon toch
niet verschijnt
hoe heerlijk rol je speels over mijn tong
alsof we nog maar pas getrouwd zijn
hand in hand aan elkaar geklonken
door dagen die geen pauze dulden
versmelt jouw koud met warme mond
en word ik langzaam lichtjes dronken
Ragnar was wat later opgestaan dan gebruikelijk. Normaal gesproken leefde hij het liefste met het ritme van de zon en de seizoenen. Al was dat wel vooral een ochtendroutine realiseerde hij zich.
De avonden waren hem eigenlijk nooit lang genoeg. Vooral wanneer de mede smaakte en het gezelschap bestond uit diegenen leefde voor waar hij voor stond: “alles uit het korte leven halen wat het in zich heeft.”
Met koffie in de hand en het gezicht in de zon sloot hij de ogen om nog even in de stilte naar gisteren terug te keren.
Een dag omlijst in een gouden regen.
Cohen
laat loze slaap
mistig verder drijven
door verstilde kamer
koffie spoelt
haar helder licht
door lome oude ogen
in de broze start
van deze dag
IJssalon laat kou
In warm geluk versmelten
Van te korte duur
Geef je maar over aan mijn grillen
Je zult nooit meer anders willen
Zolang ik maar van jou weet
Wat jij het allerliefste eet
Je mooiste momenten
beleef je met wie je liefhebt
in gedachten
Geef nooit op
wat je hebt
wilt houden
waar je om geeft
wat je blij maakt
wie je liefhebt
wat maakt
wie je bent
Fermentatie
Smullen maar
Van wat brandend
Je tong ook kust
Kimchi