golven slaan
taken woest
over de tafel
schuimbekkend
van ongeduld
vingers jagen
tijd versnelt
versmalt, versmelt
roodoranje braakt
uit overkokend brein
een traan wandelt
stil over je wang
op zoek
naar de nooduitgang
Maand: juli 2021
Flirt
langs je nek
dansen krullen
als je loopt
ik onverhoopt
struikel
over ijdele hoop
en stoute schoen
Winterdag
de dag drijft over in plakken grijs
gooit verdriet op beton en op mij
passen glijden hun verloren strijd
kou verstilt, de seconden voorbij
Vriend
wat zou ik vandaag graag naast je staan
maar helaas ben jij nog dood
een lang jaar alweer
zou je dood zijn wanneer jij toen besloot
thuis te blijven, alleen die ene keer
zou je dan weer leven
wat doet jou missen vaak nog zeer
je lijkt welhaast aan mij vast te kleven
kijkt mij in stilte soms nog even aan
vertelt mij vooral te zijn wie ik wil zijn
groots te blijven denken,
nooit te klein
Onbegonnen
de oude pony kruist haar pijnlijke blik
met een angstige en vermoeide mijne
uit het stof aan het einde van de verte verscheen
een overmacht woest getooide onbekenden
wat werden we klein ten overstaan van
tijd was wat er nu nog voor ons lag
tot aan een verzekerd eenzaam sterven
maar
niets bleek ooit zomaar opgegeven
onbegrepen keken ze hoe wij
met een opgeheven hoofd
nog even samen streden
met alles wat wij ooit samen waren
zouden wij hen een allerlaatste keer
moedig en onverschrokken in de ogen staren
een laatste adem eeuwig achterlaten
Tijdig
Tijd zakt tussen tegels weg
vangt men niet met regels tekst
sijpelt slechts per zere tel
tot sterven ons de waarheid zegt
Coronablues
Couplet
straten onthoofd van het vertier
hoe lekker was het feesten hier
de terrassen vol met meters bier
tot één virus dat ineens verstierd
van het buiten naar besluiten
tot een binnen vol bezinnen
ging het fluiten naar het huilen
en moest het nog beginnen
Refrein
wat is het donker in mijn kop
steek nu eens een lichtje op
draai muziek tot ik zeg stop
gooi open die volumeknop
Bruggetje
laat mij weer stralen van verhalen
die mij doen stijgen en niet dalen
Couplet
ongeloof, door alle regels werd ik doof
de broodroof nadat deuren zich sloten
verdween de rijkdom in de goten
en wie bezorgd, werd plots groter
alle monden spraken zo bedompt
hapten adem in textiel vermomd
keken zoveel ogen angstig overmand
in een nieuw normaal aanbeland
Refrein
wat is het donker in mijn kop
steek nu eens een lichtje op
draai muziek tot ik zeg stop
gooi open die volumeknop
Bruggetje
laat mij weer stralen van verhalen
die mij doen stijgen en niet dalen
Couplet
en de oudjes achter de ramen
moesten zij zich doodschamen
alvast een beetje doodwanen
werden alsmaar eenzamer
maar waren we ook niet 1 samen
als we voor elkaar opkwamen
hoe we afstand in 8 namen
alles nu niet veronachtzamen
Refrein
wat was het donker in mijn kop
steek nu eens een lichtje op
draai muziek tot ik zeg stop
gooi open die volumeknop
Bruggetje
laat mij maar stralen van verhalen
die mij doen stijgen en niet dalen
wat was het donker in mijn kop
laat mij maar stralen van verhalen
wat was het donker in mijn kop
die mij doen stijgen en niet dalen
draai muziek tot ik zeg stop
ik wil hier eventjes verdwalen
draai muziek tot ik zeg stop
dansen in overvolle zalen
draai muziek tot ik zeg stop
en de morgen samen halen
draai muziek tot ik zeg stop
Fruitig
vruchten pluk je voor de dorst naar zoet
tanden die in het natte vlees verdwijnen
randen van je lippen kleuren
je kin kleverig druipt
in haar hang naar meer
dus niet omdat het van de dokter moet
Handvast
zo loop ik naast het kind in mij
hij ziet hoe ik toen zag
knijpt in mijn warme arm
vraagt zachtjes
met mijn lach
waar ik nu weer was
ik dacht elders
ergens anders
aan mij en hem voorbij
hoe het ooit was
ongezien, onbeleefd
alles nog zo mooi verpakt
met slechts ongerepte onschuld
waarin je nog stout dromen mag
Raak
nu straks daar is
en dus hier al geweest
lees je, voor het te laat is
liever iets wat raak is
dan wat je weer vergeet