denken scheert over het glooien
kleurt lange uren vol met staren
met het lelijke en mooie
van alle afgelopen jaren
het alleen en ongezien ervaren
naast het geven en het delen
mijzelf verdelen en vergeven
zowel verarmen als vergrijzen
tot ik naar mijn niets verdwijn
wie houdt van mij nu ik hier rijd
Tag: thuis
Thuis
in het veilig en vertrouwd
warmt de lach
glijdt afstand van je af
meert het minder groots aan
in alles, tussen altijd en nooit
Zonder woord
alleenzaam zwijg ik mij neer
keer huiswaarts, vergezeld
door kilometers vragen
vraag mij af, speel alsmaar af
wat afgelopen dagen anders maakte
zal ik verdragen, met de maden knagen
tot aan het wit, dat rauwe zonder rot
Thuis
ik leek geboren in onderweg naar ooit
rusteloos dralend door ontevreden
het keek mij aan, leek te vergeven
er was niets mis aan mijn bewegen
thuis ligt waar het hart zich toont
Vaarwel
snijdt de touwen los
duw af
en ga
lees je leven
besta
vertel later pas
wat je las
het onbekende
ik zal nooit zeggen
dat het wende
dat jij er niet meer was
ik zwaai je toe
vaar uit
ervaar
wees jij
kom thuis
Thuis
jij brengt mij het licht van thuis
bent de warmte van de haard
hoort mij spreken in mijn denken
geeft ruimte die nog niet bestaat
jij bent de deken in de late avond
als de twijfel om mijn oren slaat
bloed kruipt waar het ijzig stremt
ik het duister in mijn denken laat
Thuis
achter deze deur woont een zonderling
ijsberen door de keuken, staren uit het raam
doorbreken een stilte welke dagen hangt
tussen alle helium gevulde vragen
opeengepakt onder somber betonplafond
waar hij vanavond weer net niet bij kan
Thuis
het was dat jij mij al kende
ik begon met dwalen
verkende mijn nieuwe pad
hervond mijn ware wezen pas
eenmaal afgeslagen
andermaal thuisgebracht
Thuis
Hou mij vast door me vrij te laten
want in jouw ruimte kom ik thuis
Thuis
geboren in een huis van tranen
muren dropen een stil verdriet
hield ik mij als klein kind staande
maar echt opbloeien deed ik niet
ik danste fier door elke kamer
sleet kleine teentjes tot aan bot
keek verlangend door kille ramen
naar dichte deur in droevig slot
groeide stilaan tot mooie dame
brak oude banden vol van pijn
houden van ging niet tezamen
met het verlangen mezelf te zijn