waar jij mijn ogen vond
die stap voor stap
van kop tot kont
bewonderden
wat ze zo aan stond
van kleine plooien
rond de mond
tot herkenning
van de open wond
starend in de afgrond
Bewonder
Maand: november 2021
Knoop
ik telde knopen
van mijn jas
toen ik je lopen zag
kroop aarzelen
waar handelen
het plan was
dit jochie
ooit zo mans
keerde om
Snik
huil ik mee
met het gejank van buiten
wat om mij opvalt
enkel raakt op rubberjas
druilerig snikt bloeien
vanuit doorweekte knop
die maar nooit verbreken mag
in teer verlokken
sleept mijn ijdel hopen voort
bedreigt door zware sluier
tot aan fel verlicht gevonden
Mooist
je leidt me verder
dan ik hebben kan
in je blik toon jij de
onvoltooide delen van
waar ik zo graag was
Waken
in de kleine uren
van de avond
loert dat denken
voor wie luistert
losse knoppen, kruipend
buiten verder lege ruimte
een woord, een beeld of iets geschreven
van dat van toen tot die van ooit
varen tranen over vragen
kil kapot op kale tegels
binnen onverschillig duister
wakend tussen nu en later
Nat
ik hou van haar
wat zo achteloos
naar mij lacht
drogend
over blote schouder
op mij neerkijkt
tussen gesloten ogen
koude streling krult
steelt de tijd
vult de ruimte
met meer
dan ík ooit aankan
Druppel
opgejaagd kijkt hij in de ogen van de dood
voelt hoe al het bloed in vege lijf vertraagd
groot speuren bange ogen naar vergeven
beleven lange laatste lege uren
tot hij schoot
geschreven na beluisteren Down by the river van Neil Young
Kleintje
ik voel zo goed al wie jij bent
maar kennen doe ik je nog niet
jij bent dat mooie deel van mij
waarvan ik straks zoveel geniet
met je hoofd warm in mijn hand
je sterke vingers rond de mijne
ben jij nu hier in mijn hart beland
waaruit je nooit zult verdwijnen
Heimwee
ik wil wel weer eens kussen
alsof het de eerste keer was
pasgeboren tranen janken
tussen alles wat mij lief is
ik wil wel weer eens vrijen
zonder kennen van het einde
blij alles om mij heen bedanken
en lijden onbekend terrein is
Vermanend
met haar bleke snoet kijkt ze pedant
al het dromen uit de mijne
loop ik hier maar wat doelloos rond
ontkom niet aan haar schijnen