Top

zij keek mij aan
met haar groots zijn
nietig kroop ik over witte kruin
gesloopt in lijkbleek buiten adem
bulderend hart raast binnenskamers
boven pijnlijk peinzen uit

de dood viel richting dal
naast de keuzes van de nacht

Duif

de grijze duif hield zich aan zijn rauwe klauwen
vast aan loden goot tot hij dapper besloot,
hardleers als hij was, op de vlucht te slaan

wijds spreidt zijn verstoft verenkleed
scherend met de oude wangen door de wind
op weg naar dat warme wat zo buiten zichzelf was

Verslaafd

ingeklemd als
tussen dijen van een vrouw
denk ik aan jou
jij hopeloos verloren mij
verstrikt als nooit tevoren
geeft geen kik
fluit als herboren
in het prille licht
van ochtendgloren
gehuld in mist
van het alles onbekend
zo lang en vrijelijk te bekoren
dat plukken van de luide lach
van dat wat ik niet mag
ingeklemd tussen mijn lijden
lijd ik aan jou

error: De inhoud is beschermd !!