een kerel als ik heeft geen leven
met al zijn verborgen gebreken
ik zal ze niet allen uitspreken
dat duurt een meer dan een even
het is het enorme gedreven
dat is wel inmiddels gebleken
het lijkt uit mijn voegen te breken
en nimmer en nooit uitgeschreven
Maand: juli 2023
Trek
in al haar zijn kust zij de dag
een mond krult, bekleedt de lach
haar ogen snoepen, reeds gevuld
vast hapjes van het voor ons uit
Bui
koude tranen in je warme nek
trekken banen over oude vragen
rijten ooit doorlopen paden open
snijden wild in het zo diep verborgen
ze leggen repen rauw om al het mooie jou
je kunt er net niet bij, het onbegrepen
en zult het nu niet zien, het ongelezen
het raakt, schrijnt, jeukt, klopt en beukt
de pijn, dit zijn, deze lichtloze dag
over schuim scheert een meeuw
hij leeft luid op zilte wind, al dit grijs
schreeuwt je dapper toe, lacht je uit
vliegt met je mee naar morgen
Jij
hoe iemand naar je kijken kan
je binnenste buiten haalt
de wangen rood laat vlammen
en je aan zet tot aan stralen
Groenst
de beweging in het groene leeg overdreef
grazende paarden over onverharde paden
vossen kropen dwars door gebolde glazen
boze vogels zweefden steeds hoger, boven
het stil overwon met het wijds alle tijd
gaf gul met de gave ons omver te blazen
Lach
mijn alleen kijkt om mij heen
dacht even na hoe ik verdween
na de lach, hij voelde heel gemeen
vast ongemeend, maar
wat sneed hij mij diep opeens
ik verkleinde, verkleumde, versteende
van de grijze kruin tot aan mijn tenen
kraakte broos en kreunde hees
wist weer wie het was geweest
wie mij ooit bijna de das omdeed
Dwalen
je hand dwaalde
liet mij achter
in het wachten
op het zachte
vannacht zou vinden
wat het zocht
de haren op mijn huid
voelden de warmte al
die overkomen zal
een klateren van tintelen
deed mij sidderen
in deze hete pan van lust
daar lag ik dus
met duister omhuld
in ongeduld,
jou en alle tijd
Avond
hij verdween graag in avonden als deze
fris, bekleedt met net voldoende warm
voor net met zonder jas bij gezwinde pas
het fluister van de schemer, bezongen
in het laatste druk van mussen in een haag
of merels tussen takken – voor ze gapen