vergeet niet waar het schuurt en rouwt
het nog altijd bloedt, soms je deuren sluit
je sleept door het grint van oude tranen
voor je waakt of laat ontvlammen
brak maar ook weer heeft opgebouwd
Tag: samen
Tik
het was of wij verzelfden
vertikten in gelijke tijd
voelen van wat ons bewoog
begrijpen zonder strijd
Regen
tranen lopen over de ramen
kille wind fluit langs het huis
jij beleefde hier ons samen
nu mist de warmte van je huid
alleen gedachten geven woorden
aan hoe het altijd is geweest
hoe jij de stilte hier verstoorde
dat mis ik nog het meest
In jou
je lijf spoort aan tot verblijven in je warm
ik zie je spieren spannen in verlang
jouw billen glijden gulzig door ons samen
ik lik, lust, streel, stoot en steel je zucht
dit is het dus, de kus en het zachte bijten
ik wil je openrijten aan wat hier zo brandt
vastpinnen aan ons klamme strijden
met je verstillen in een ogenblik, het komt
je trilt, je wild, je haren op mijn huid, je luid
en alleen het hier en nu wat wij zo delen
Blik
ik kijk immer vooruit
nu toch even achterom
of jij nog stond waar
ik zopas je ogen vond
Handvast
met de warmte van je hand
rekken uren op tot lange dagen
trekken banen blauw door grijze lagen
blijkt mijn leeg overlopen van gezien
in de warmte van jouw hand
reist kalm over broze schouders
en siert boterzacht een laatste dans
Vergeven
in vertes verdwijnen zinnen van zopas
drijven op het uitgesproken en begrepen
kon ik ze maar bewaren naast jouw staren
met de wind, het water – en al wat was
Geschreven
geen regel laat vangen wat ik hier voel
woorden onbedacht, weinig lijkt passend
staat rammelend tussen leeg verbleven
jij staat zo mooi in al je licht
glazen vallen in jouw aangezicht
je bent het midden van alles wat ik dicht
je opent mij met één ogenblik
zinnen zakken weg, zwelgend in het jou
druipen na van al wat ik je schrijven zou
zoveel te weinig zeggend dat ik van je hou
Verreden
gevangen in het onderweg
tussen aankomst en vertrek
zwijg ik mijzelf aan – ouwe gek
somber grijs gehuld in vragen
telt de dagen, blijft ze dragen
dwars door levens zonder juist
losgeslagen zonder thuis
Straks
waar zou het liggen
of ineens verschijnen
mijn onvolkomen einde
is het de grote boom plots voor mijn ruit
holt simpel ziek mij langzaam uit
tikt mijn opeens hart nog eenmaal
tot besluit
hou jij mijn hand vast
zoals je zomaar deed zopas