even terug naar hoe het kwam dat ik zo voelde
alsof er uit mijn hart gestolen was
het stond open, niet een beetje maar
naast de deur ook alle oude ramen
jij kon er zo naar binnen en weer uit
maar meer dan welkom er te zijn, te blijven
het was een plek om te delen wat je dwars zat
waar werd geluisterd zonder er iets van te vinden
je kreeg een arm om je schouders
een kus op je wang, naast de stilte
ik gaf het graag, je mocht het zelfs wel lenen
voor later, het was voor jou, je kreeg de sleutel
mocht er lezen, blijven slapen of even schuilen
voor al het hards om je heen
tot je aangaf dat het je niet aanstond
de bank in de verkeerde hoek
de muren de verkeerde kleur
hoe het in mij paste niet mooi genoeg bleek
je sprak over groter willen wonen, elders
met meer buiten en groen naast al het grauw
daar voelde ik mij bestolen van mijn thuis
Tag: samen
Zin in
met de dag nog voor je voeten
draai jij je even om, ziet mij nog slapen
pakt mijn hand en leidt hem langzaam
in je schoot vol met dauw van je verlang
slanke vingers bevelen mij tot staan
opstaan voor je strelen, traag ontwaken
ik voel je haren dwalen naar beneden
je zacht en warm omsluit mijn hele aan
je zet de tijd stil, laat mij woest kloppen
wanneer je even stopt, dan doorgaat
je lange halen beleef ik in jouw thuis
we zuchten ons luid door al dit samen
Zien
je danst op afstand tussen velen
staat in het midden van je licht
jouw haren langzaam voor je ogen
ze vallen met de mijne dicht
Spat
laten we deinen als de zee
schuimend spatten op een steen
samen drijven op onszelf alleen
verdwijnen in oneindig
laten we strelen langs het strand
kussen stelen van het zilte zand
dromen delen met de meeuwen
schreeuwen dat we zullen blijven
Afslag
ik vraag mij wel eens af
wie ik zou zijn geweest
wanneer jij de afslag
in mijn leven had gemist
wat mijn nu dan was
en wie daar woonden
of ik het antwoord vond
op wat mij laat bestaan
Nabijna
ik mis je nabij mij zijn
in het alles samen vrij
gelijken in ons vallen
staan in het begrijpen
Alles
met alles in je hand begint de angst
glijdt het weg, barst de bom
zal het scheuren, wat zo mooi begon
ooit verdwijnen in een weet je nog
of – eenvoudig blijven tot ons einde
Schrijn
vergeet niet waar het schuurt en rouwt
het nog altijd bloedt, soms je deuren sluit
je sleept door het grint van oude tranen
voor je waakt of laat ontvlammen
brak maar ook weer heeft opgebouwd
Tik
het was of wij verzelfden
vertikten in gelijke tijd
voelen van wat ons bewoog
begrijpen zonder strijd
Regen
tranen lopen over de ramen
kille wind fluit langs het huis
jij beleefde hier ons samen
nu mist de warmte van je huid
alleen gedachten geven woorden
aan hoe het altijd is geweest
hoe jij de stilte hier verstoorde
dat mis ik nog het meest