zompig lijken stappen somber
weg te zakken in dit aardedonker
waar alleen de lome leegte woont
draag je de stilte mee
in een warme jas
en kijkt voorbij de dagen
dobbert voort op trage kalmslag
die zacht over je slapen streelt
Tag: natuur
Waterkant
alleen het kabbelen
van het water
knabbelt zacht
aan tussen nu en later
verdrijft wat er was
op een vleugelslag
blijft enkel achter
wat ik schrijven mag
Zwijgen
laat maar eens liggen wat beweegt
dat dwaas geborrel vanuit de buik
het alsmaar zoeken naar de reden
waarin het leven onderduikt
ga op zoek naar stilste stiltes
waar je de mooiste bloemen ruikt
zoek beneden je verdieping
zodat het jouw zijn hier ontluikt
vier met de luidste schaterlach
het hier en nu van deze dag
Wolkendek
nu de dag wordt verpakt
onder stille grijze sluier
vertel ik mijn kleine mij
dat het goed is om te blijven
wie ik toen al bleek te zijn
vallend voor het raken
eenvoudig blijven zwijgen
voelend aan het knagend
snuivend aan al wat rot
en het omwarmen
Mijmer
het lag zo helder voor de hand daarnet
aan de randen van rimpellozig later
stond ik weer wat roerloos wat te staren
grauwe ganzen gleden boos te water
kroost tussen de ouders in gedragen
stilte dreef waar ze pas waren
over het eerlijk en het koud gedreven
leefde liefde door, ook in de schemer
over schaduw van een vaal verleden
Bries
winterkou vliegt dwars door zomerjas
binnen blijft bij je bij voldoende lagen
buiten jaagt je rap terug op luie bank
de wangen droog geblazen
van tegenwindse tranen
Zwijgzaam
niet gesproken, noch geschreven
zwijgen waar het luisteren moet
in stilte slechts elkaar bekijken
een knuffel die er echt toe doet
kijken wat er is, dit voelen alleen
even ontwoorden als het ware
er enkel en alsmaar volledig zijn
Besta
bestaan volgt vanzelf
buiten dwalen en je verbazen
alles wat je hoort of stoort in het denken
iemand groeten die je tegenkomt
luisteren naar de wind
een lach op je gezicht
voelen dat je bent
gaan waar je wilt
gezien worden
een zachte zoen
Reiger
daar liep ze op ranke poten
statig door de diepe drek
dode muizen dreven boven
verdwenen achter in haar bek
smakkend blikte zij opzij
naar blaffende hond en mij
alsof het haar maar stoorde
wij niet in dit plaatje hoorden
ze liet ons voor wat we waren
speurde modder af naar meer
tot haar honger zou bedaren
het leek ons wel een hele zware
maar ze vrat een molletje dit keer
vol vette modder in haar haren
Luister
doe heel snel
die rare oortjes uit
en zet je echte open
hoor wat er naast je
prachtig fluit
of heel zacht
komt langs gekropen