het lag zo helder voor de hand daarnet
aan de randen van rimpellozig later
stond ik weer wat roerloos wat te staren
grauwe ganzen gleden boos te water
kroost tussen de ouders in gedragen
stilte dreef waar ze pas waren
over het eerlijk en het koud gedreven
leefde liefde door, ook in de schemer
over schaduw van een vaal verleden