alleenzaam zwijg ik mij neer
keer huiswaarts, vergezeld
door kilometers vragen
vraag mij af, speel alsmaar af
wat afgelopen dagen anders maakte
zal ik verdragen, met de maden knagen
tot aan het wit, dat rauwe zonder rot
Tag: Liefde
Hard
benen om mijn lijf laten blijven
nooit te verdwijnen mettertijd
noch verslappen tot laffe pap
sporen aan wat is te verstoten
fel verbranden in ons laatste licht
vergaan waar enkel wij bestonden
voorbij het voor elkaar – verslonden
versmolten tot een ziltig schuim
Lach
nu de lach lijkt verloren vind ik de tijd
ze klopt tegen mijn slapen, kreunt luid
leunt zwijgend, dwaalt door eens geweten
loopt met mij op naar alleenzaam thuis
Spat
met de haas op de koplamp
spatte alles wat zo warm was
nooit naar verleden leek te gaan
toch in haar eindig uit elkaar
net nu de maan zo mooi zweeg
vanavond, vretend aan het zwart
tussen de lijnen door gegleden
lag nu haar rood daar in een plas
Nest
genesteld in een samen
van verhalen en verleden
tot aan delen van een later
voel ik geborgen en gerust
onder sterren en immer zacht
en het verlegen van je lach
Bank
zo met mijzelf gezeten
in het donker op de bank
bekruipt mij mijn geweten
of ik je wel genoeg bedank
voor er zijn waar ik ontbreek
veel te ver en veel te vaak
en jij je hart na elke steek
voor mij toch altijd open laat
Terras
was je hier nu, in dit ver
dan ging je rustig zitten
haalde ik watt drinken
en sprak je honderduit
ik zou kijken en genieten
verlegen naar je lachen
blij zijn dat je hier was
totdat alles om ons sluit
Trek
de zachte haren op je huid
tel ik uit met elke kus
ze staren mij aan
laten weten
door te gaan
je vel vertelt
waar jij nog zwijgt
zucht je hapjes lucht
maar grijpt mij weldra vlug
Buiten
alle ramen netjes afgesloten
geen tocht en toch gevlogen
weggevlucht in onvertogen
onder hagen vol verzwegen blad
wroette jij naar wat er al niet was
wist ik maar waar nu je twijfel zat
schuil nooit in het eigen zacht
jouw breekbare verenpracht
breek uit – zweef op de lach
Leeg
het laat zich slecht aaien, wat leeg is
je roept luid dat je er altijd bent
maar in loze ruimte zonder muren
sterft dit weg over een kille vloer
hoe leg je armen om te groot gemis
geef je warm aan kokend water
blijf je vertrouwen tijdens vluchten
op een ooit eens stil ontwaken