schrikken doe ik niet meer
eenmaal uit de kleren
heb ik leren accepteren
ook te slijten in dit vel
al wist ik dat al wel
negeer ik mijn verval
zal sterven mettertijd
in het harnas blijken
mijn overwonnen lijden
Tag: leven
Sterven
Zal mijn sterven dan al langzaam op gang gekomen zijn
zo na mijn negenveertig cirkels rond de aarde
de helft moet ik nu welzeker al hebben genoten.
Ooit moet ik erin en dat zal korter duren
dan hoelang ik er tot nu toe was.
Ongeduld klopt luid in brakke kas
kamers stromen over teveel groots en onbereikbaars
Een sterke arm vol van luister en begrijpen
trots om mijn vermoeide zijn geslagen
Of één lange dag nog enkel zwijgen op je zachte borst
wanneer je nagels stil mijn oude lijf behagen
Toen
als kind stond je gewoon op en veroverde je een hele wereld op enkel rubberlaarzen door de blubber van straten tussen ooit eens af te bouwen huizen
en at je tussen de middag wel zes witte boterhammen, dik besmeerd met echte boter en ruim beregend met bergen hagel
en je drukte ze gewoon plat met vlakke, bijna niet gewassen handen, tot ze plakten en rende het nog zo te beleven leven in
en middagen duurden heel lang daarna waarover je tussen het bij het eten en het voor het slapen gaan nog steeds niet uitverteld raakte tegen wie er dan ook maar naar je wilde luisteren
en je was zo lekker voldaan moe in bed, dacht alleen na over deze afgelopen dag en misschien een stukje morgen, al sliep je dan al vaak
Verwonder
hou mij vast
op ons gedraal
rondom de zon
vier dit wonderlijk bestaan
nu elk moment ons verrast
dit wij zopas begon
kijk mij vol verbazen aan
en laat je los
Muis
tussen saai en oeverloos gezever
leefde zij haar immer grijze leven
kwam ze tot het besef
haar wereld draaide zonder lef
veilig schuilen door niet op te staan
met de wind mee scheen ze te bestaan
aan haar had het nooit gelegen
leek ook haar sterven zelfs een zegen
want toen ze eenmaal in het graf lag
en men om haar mond een lach zag
bleek zij alleen van waarde
als voeding in de aarde
Sterfelijk
hoe sterk ze ook stond op haar zijn
brak ze broos in de aanblik van de dood
vanonder rauw naakt doolde hij
vanachter blauwe onschuld bezien
en van daaruit besloten zij dit pact
hij bleef waar hij laf sluimerend
woekerde tot aan het volgevreten
zij bleef tot aan de eeuwigheid
woorden scheppen haar bestaan
waar denken danst met vragen
de barmhartigheid zijn zege viert
en daarmee blijft zij ongeslagen
Besef
had ik je toen ook al maar gezien
voor ik met huisje, boompje, beestje
dit wezen werd in dit hier vandaag
wat wist ik toen niet wie ik daar was
kon ik nog maar heel even terug
een tikje schaven aan mijn keuzes
wat beter stilstaan bij wat ik voelde
heel dichtbij mijn ware zelf verbleven
Onthouden
vergeet je niet te leven
tussen het rennen en het vliegen
het wikken en het wegen
over wat je wilt en moet
vergeet je niet te leven
even alles los te laten
je aan de stilte weg te geven
slechts verblijft in dit moment
vergeet je niet te leven
tot de dood je overkomt
je ondergronds heel even
bedenkt wat je bent vergeten
Stop
als het hart stopt
lijkt zinvol leven zinloos
klopt alles ook plots
Scherm
in snippers vreten wij dit leven
vergeten hoe iets compleet is
verveelt het eind bij voorbaat
vervlakken prikkels het voelen