Boos

het blijft gissen vaak, het somber
valt het binnen zoals inspiratie doet
zonder kloppen voor de deur staan
of voor je neus ineens met een hallo

naast je in het donker draait het om
ademt tegen je op, maakt je wakker
al denk ik eerder aan het overdenken
blijven graven in lagen losse aarde

ik wel wist dat het daar ergens lag

Tegenpool

verdwenen verlangde zij van mij
en zo naar mij eveneens bleek
dat ik ver weg was en nabij – tegelijkertijd
gelijke polen van magneten
wel alles willen weten
zonder aan te raken
we dreven in sluiers over akkers
pas gemaaid en lang verlaten
beroofd van eerder overdadig
we hingen aan vrijwel dezelfde haken
met tussen ons de twijfel van
weer eens te zijn vergeten

Naaste

voel je het warm van mijn hand
op je buik?
zo vlak nadat je jouw ogen sluit
denk jij deze dag maar uit
vergeet nooit daarbij
hoe mooi je bent
hoe het nooit went
hoe lief, hoe zacht
je straalt terwijl je lacht
zo dapper altijd wacht
vergeeft, omarmt, verlangt
en weet buiten je twijfel soms
dat jij je eigen alles leeft
zweef weg van hier en nu
en droom van even later
ik zal naast je liggen slapen
nog even staren naar je huid

error: De inhoud is beschermd !!