Twijfels

ik leg mijn lot
voor jouw voet
en voel de prijs
op mijn hoofd
nu mijn nek bloot buigt

schaam schuimt van de kruin
tot aan de hak
die in het zand zacht knarst
en de stap zet
naar wat nog niet is
maar snel zo waar blijkt
als ik te lang daar blijf
waar het veel te vaag is

haal mij weg
uit slechts dit niets
breng ons naar die plek
de plaats met stil en fijn,
naast het jij en mij
op reis naar iets meer wij

Sip

je drupt ook weer, in deze lange nacht vol open ogen tussen diepe zuchten steeds zacht op mijn brakke lekke dak,
irritant en rustgevend tegelijk
loop jij in lange lome banen langs dit vege versleten rimpelige lijf, als loze tranen of doffe parels vol angst,
koud en verfrissend eveneens
verdwijn je dan plompverloren met een plons snel weg in de verborgen diepten waar ik gelukkig met of zonder wie dan ook nog nooit was, op vage laffe afstand gehuld in de zwavelige dampen van het ontwijken zoals ik je jouw nu eenmaal ken
en rode ogen beide tenten sluiten

Donker

Nu ik toch hier alleen in het koude duister zit
kan ik net zo goed ook in mijn denken
kort het sfeerlicht verlaten, op de tast
en heel goed het oor te luister leggende,
vinden wat nog soms zo sluimert
tussen dichte hagen twijfelstruiken
vol met ogen, haken en onbehagen,
die de zenuw messcherp weten te raken
zonder de oorsprong te ontwaren
van het hijgend kwijlend bloedend beest
wat angst heet

Prairieleed

In leegte staar ik naar weinig anders
dan besmeurde glazen
scheiden binnen van buiten

Dagdromen vol vragen
trekken voorbij over prairie
in lange karavaan

Ik spring op de bok van
de achterste wagen
waar een trieste oude man dommelt

Hij spuugt boos zijn pruimtabak
op de punt van mijn linkerschoen
kijkt mij diep aan

Mijn verbaasde blik blijkt
de trekker van zijn spreken
“Lul, je antwoord ligt voor je neus!”

error: De inhoud is beschermd !!