laat hem maar gaan, je ik
nu hij je soms verstikt
in alle twijfel, doen en laten
hij zal je stilletjes verwonderen
met het schitteren van de zon
verhelderend als open water
gooi hem los om jou te voeden
en beleef je stoutst vermoeden
laat hem maar gaan, je ik
Tag: zelfontwikkeling
Meten
met regelmaat
lig ik even langs
‘de lat des levens’
of ik tekort schiet
mijzelf overvraag
of mij nog wel past
Water
ik zag mijn mij pas
na jouw weerspiegeling
van wat ik was, ooit wilde zijn
ondank grijze sluiers
voor mijn ogen, zilte tranen
onderbraken mijn vermogen
nog te geloven in al
wat zat verscholen
in ineengedoken schuilen
voor mijn eigenlijke ik
de kracht van licht
hoog boven alles wat er is
liet oud verdriet drogen
mijn fier opstaan
op weg te laten gaan
naar waar ik ooit zal komen
Wolkendek
nu de dag wordt verpakt
onder stille grijze sluier
vertel ik mijn kleine mij
dat het goed is om te blijven
wie ik toen al bleek te zijn
vallend voor het raken
eenvoudig blijven zwijgen
voelend aan het knagend
snuivend aan al wat rot
en het omwarmen
Ik
Waande ze zich verloren ?
Ze stootte tegen ware ik welke zowaar ineens verscheen.
Zij die niet van hokjesdenken houdt ?
Met een luide schreeuw overstemde zij alles en iedereen met een blik die geen vragen duldde.
Haar zelve naar de ‘vergeten’ groep verbandt?
Nooit liet zij zich ooit nog lijdzaam ondersneeuwen, laat staan laffe labels opplakken, die bleken simpelweg ongepast op het hier en nu.
En haar wortels door elkaar gehaald?
Alleen in eigenheid zou al het later zoveel harder groeien.
Haar hart zoet zoals het was bedoeld …
zoals het vandaag eindelijk voelt …
Groots
gouden reus belichaamt
wat goed is, zuiver, juist,
vertrouwd, maar
mist eigen ik
herkenning
overtuiging
van wat hij
al lang voor
ieder ander is
rotsvaste oude ziel
in reusachtig gouden hart
Daar
op sterven na groot
deels nog ongeboren
dodelijk nieuwsgierig
maar redeloos verloren
Geregel
Ontregel
al jouw ongeschreven regels
Laat enkel ongebonden
jou nog binden
Gooi ze stuk
stamp ze fijn
op grauwe tegels
Laat jouw jij
zich door vrijheid
maar verslinden
Ik
wilskracht kraakt
onder het juk van een sluimerend zijn
wat zich vretend een weg baant
door een nog altijd ongeboren ik
verloren dwaalt het geluk
door oude klamme gangen
druipend van ontketend verlangen
versmolten tot een enkel zijn
Stevig
Zo af en toe
wankel ik
gewoon even
omdat het kan
tussen hoop en vrees
dat hedendaagse leven
het al of niet
mee willen zweten
in deze ‘rat race’
over wie er blijft
met mij, dan
in de stilte
waar stof daalt
en eenzaam
vragend kijkt
in nieuw niets
wat alles lijkt