ik stap eruit
dat oeverloos gezever
zwaarmoedig dragen van de dagen
de zon zien in zijn ondergaan alleen
weten dat dit alles eindig blijkt
de kracht voelen verdwijnen
willen zonder dat te kunnen
niets doen omdat het altijd tegenvalt
ouder worden, vrienden zien breken
met angst in de ogen, opgelapt voor even
niet vol willen kiezen voor de ware liefde
omdat er niets past op mij alleen
ik nooit zal rusten tot ik voelen zal
het echt, het diepe, waar tranen komen
echte dan
Tag: verlangen
Weg
je lijkt langzaam te verdwijnen
achter het minder van dat fijne
tussen de vlinders en het kleine
binnen leeg van alsmaar meer
Trein
welke wereld leeft er achter mij
als ik naar voren kijk
heb ik mij verkeken
in de verkeerde trein gezeten
ben ik voorbij eigen race gereden
tot opeens jij daar zat
en mij verlegen staren zag
je groette welkom met je lach
spoorde mij aan tot zeker weten
Vrij
pak je vrij vast met beide handen
en laat het nooit meer los
ik zal er naar kijken, ervan proeven
het strelen bij het dichterbij
tot aan een even wij
Houden van
hoe hou je van
luchtig en vrij
dartel en vluchtig
prachtig en gulzig
wie alles leeft
je bent dankbaar
rustig en blij
wacht je geduldig
lacht zacht, koestert
dat wat ze je geeft
Weet je
weet je lief
voor jou waren dagen mat en vlak
al wist ik toen niet hoe dit nu was
met jou in mijn hoofd bij waken
het laatste gapen voor de nacht
wanneer ik mij verwonder
deel ik het met jou, meteen
en tranen, wat kun jij mij raken
je kraakt door alle lagen
jij hebt mijn alles zonder vragen
het is van jou, wat mij mij maakt
weet je lief
ik kan geen zonder jou verdragen
je bent al mijn laatste dagen
ik ben van jou
Vergeten
ik probeer het wel eens
tegen beter weten in
niet aan je denken
net doen of je niet bestaat
en dan heerlijk falen
het niet kunnen laten
je fijnt al het mij zijn
tegen beter weten in
Houden
het van je houden mis ik nooit
de kleine haartjes boven huid
voor alle tinteling daaronder
de warmte die zal branden
wanneer het jij het mij omsluit
van het zwijgen met de stilte
samen hijgen na ons luid
even breken bij het weten
hoe tijd verdwijnt, voor ver verruilt
het van je houden mis ik nooit
Angst
je grijpt mij bij mijn bang
het dunne vel
tussen weten, beleven en
het donker van het zonder
mijn vergeten mij
verweerd en verwilderd
lag ik tussen blad verscholen
vergeten en verschrompeld
verdrongen te vergaan
tot ik ging staan
Licht
je hebt licht in vele smaken
dat zoet van het buiten
vlak nadat een wolk jou
plots uit schaduw duwt
en bitter kruipt het binnen
wanneer denken dekens gooit
over wat je eerst anders zag
zoals daar in ziltig schemer
het druipen van een smelten
in niets meer dan de ander