zo in het sluiten van vandaag
staart ze zomaar voor mij langs
zag het drogen op mijn wang
dit dwalen zonder waken
met het licht op al mijn vragen
steeds weer wakker in de nacht
het was het malen wat ze zag
voordat zij vluchtte in het gras
Tag: stilte
Verzwijgen
ik zal mooi naar je zwijgen
alleen kijken hoe je lacht
dansend door de kortste nacht
dan andermans hand vastpakt
glad vergeten hoe het was
ik zal je goed begrijpen
pluk jij jouw mooiste dagen
is wat ik je zou willen vragen
draag enkel warme zonnestralen
en zwijg mij nog eens terug
Voorbij
het is goed zo het nu is
beter helen van de schrammen
dan ze likken bij het schrijnen
ze zullen snel verdwijnen
het beurs, de deuken kosten kruim
geef ze de tijd, de ruimte, je strelen
woorden raken zachter dan je zwijgen
dat wat wordt uitgesproken niet geloven
slaat gaten en kloven zonder mededogen
wees gerust mijn liefste lief
het zonder ons zal slijten
zoveel eerder dan je denkt
ooit zacht vervliegen in begrijpen
je eenvoudig beter af bent
Pup
echt tellen doe ik
ze al lang niet meer
mijn enthousiaste malen
van het kwispelend blij
daarna – de luide rem
dralen, ietwat schamen
terug in mijn vervuilde hok
pas geheeld gehavend
smaakt nu bitterzout
ik, ik leg mijn oude kop
met diepe zucht
op verstuikte poot
Ver
eenmaal uitgevlogen
buitengaats
draai jij je ooit eens om,
vol leedvermaak
voor je verdergaat
in het laffe achterlaten
volgevreten met wat was
als nooit geweest vergaat
Antwoord
zal het er zijn wanneer ogen kruisen?
straks, bij verkennen na zo lang geleden
smeulend, ontvlammend bij weer weten
slijt liefde of leeft het verder, geborgen?
hoe bewaar je iets wat licht vraagt?
zonder te vergeven aan de wind
de kilte van de nacht, het alleen
dek je het af met klamme dekens?
rustend tot hernieuwd ontwaken
als oud graan in los zand
bij de eerste rake traan, of
ben je vergeten wat het was?
Uitgeteld
ik stap eruit
dat oeverloos gezever
zwaarmoedig dragen van de dagen
de zon zien in zijn ondergaan alleen
weten dat dit alles eindig blijkt
de kracht voelen verdwijnen
willen zonder dat te kunnen
niets doen omdat het altijd tegenvalt
ouder worden, vrienden zien breken
met angst in de ogen, opgelapt voor even
niet vol willen kiezen voor de ware liefde
omdat er niets past op mij alleen
ik nooit zal rusten tot ik voelen zal
het echt, het diepe, waar tranen komen
echte dan
Weg
je lijkt langzaam te verdwijnen
achter het minder van dat fijne
tussen de vlinders en het kleine
binnen leeg van alsmaar meer
Zijn
er is niet veel van en toch ook dagen vol
je geeft het gul aan jezelf
of het wordt gulzig ontnomen
je verkiest in wie of wat je jou verliest
wat je laat, waarvoor je gaat, wie bestaat
hij geeft de één, ontneemt de ander
Niksen
bleef het maar zo gewoon
en nooit meer anders
beetje zitten in de tijd
dat je deze woorden schrijft
en het dan daarmee is gedaan