Mengelmoes van aankomst en vertrek
Alle rassen, rangen en standen
Wachtend of gehaast
Naar werk, vakantie of gezin
Een ieder onderweg
Van de ene tijdzone
Naar een volgende
Of vorige, een vermoeide blik
Een tas om de schouder
Of ratelend koffermaatje
Zweet op voorhoofd
Of vernikkeld in korte broek
Een start van iets nieuws
Of terugkomst naar het oude
Tussenstop naar meer
Kris kras door elkaar
Ergens met elkaar verbonden
Via blikken of botsingen
Lijken werelden te kruizen
Samen te smelten
Ligt in verscheidenheid
Eenheid verscholen
In chaos orde
Zonder ritme of tijdsbesef
Maand: juni 2019
Caroline
Toen je ons zag, die eerste keer
Keek je allen aan vol zorg en liefde
Direct naar het midden
Het kind, de kern
Je sprak zonder woorden
Ik zie je, je bent er
En ik breng je thuis
Je pakte een hand en sprak
Je bent verdwaald
Waar wil je gaan
Je bent veel te ver
Blijf even staan
We gaan op reis
Het zal mooi zijn
Vol gevaar en angst
Maar ook vol schoonheid
We gaan naar binnen
Daar is het inzicht en uitzicht
Verpletterend en Adembenemend
In ons allemaal
Je wijst alleen de weg
Laat ons zelf zwoegen
Door de modder ploegen
En vinden wat nog ligt begraven
We kijken elkaar aan
Wie zijn we nu, en waar?
En waarom zijn we hier
Ooit vandaan gegaan?
Je gaf het vertrouwen
Een duwtje, een schouder
Een schop onder de kont
Een aai over de bol
En hier staan we samen
Met een gevoel van thuis
Aan de start, de basis
Van een vernieuwd zijn
Licht
Daar staat ze
En hoe
In het volle licht
Van zelfvertrouwen
Schoonheid
In rust
Vanuit kracht
In eerlijkheid
Is zij het oog
Het midden
In de tornado
Van haar oude ik
Die razende storm
Getemd tot stilte
Geklaarde lucht
Een frisse bries
Een laatste traan
Verdampt
In de stralen
Van haar lach
Nachtvlucht
Slapen op hoogte
Dwars door de tijd
Op weg naar ver
Onder luid geraas
In een harde stoel
Sluiten mijn ogen
Knakt mijn nek
In schokjes opzij
Op tien kilometer
Dicht onder sterren
Zweef ik in dromen
Gedragen op vleugels
Onder mij spint
De aarde traag
Zonder besef
Van mijn gesnurk
Zij
Je bent lief
Je bent mooi
Je bent krachtig
Je bent puur
Je bent prachtig
Je bent breekbaar
Je bent zorgzaam
Je bent kritisch
Je bent meer
Dan je zelf denkt
Zoveel meer
Dan ik verdien
Verlegen
Alleen tussen velen
Staart ze smekend
Lijkt ze verdwenen
Haar ik verloren
Wil ze wellicht
Zo graag gezien
Dat de rest besluit
Tot bruut negeren
Zit nu wat wordt gezocht
Gedwongen verdrongen
Voorgoed gevangen
Achter glazen blik
Zand
Over het strand
Stap ik urenlang
Hand in hand
Met mijn denken
De wind blaast
Hard en helder
De zorgen weg
Verfrist het brein
De golven brengen
Nieuwe plannen
En antwoord
Op zoveel vragen
Filefilm
Via toeteren
Remmen
Optrekken
Onderweg
In trage rij
Felrood
Achterlicht
Berusting
Hier wordt daar
Verloren
In massa
Meegevoerd
Op asfalt
Over bruggen
Door tunnels
Via bochten
Kuilen
Hobbels
Rivieren
Van blik
Gevangen
Achter glas
Jij
Zielsverwant
In oogopslag
Vanuit het toen
Tot in het nu
Prachtig
Puur
Explosief
En breekbaar
Geeft mij
Mijn ruimte
Accepteert
In ongeduld
Verstrikt
In twijfel
Verdwaald
In ijver
Zie wat is
En voel
Beleef
Waardeer
Op hoge poten
Daar loopt ze
Stralend wit gekleed
Op hoge hakken
Arrogant paraderend
Daar staat ze
Starend met status
Geduldig en scherp
Mij compleet negerend
Haar kleed perfect
Maar achteloos gedragen
Lange ranke benen
Spits gelaat op slanke nek
Daar vliegt ze
Op wind gedragen
Kijkt op alles neer
Boven een ieder verheven
Schenkt haar blauwe broer
Met asgrauw gelaat
Zijn verdiende tweede plek
Kniehoog in de drek
In schaduw gelijken
Maar bij zonlicht wordt
De grote zilverreiger
In schittering gekroond