alleen met mijn donker
zwelgend in van alles onder
wat smeult van binnenin
waar niemand komt nog
ik zo verdwaal soms
vergeten, vergeeld
verschrompeld
verdronken
daar denk ik vaak aan
wat maakt mij bijzonder
wie ziet dat wat er leeft
zo aan mijn schedel kleeft
zet felle lampen aan
en laat mij stralen
luister zonder huiver
tot aan voorbij voorbij
Tag: verlangen
Losvast
zelfs hier in mijn meest alleen
het verste ver, voorbij verloren
weet ik, opdat ik nooit vergeet
bestaan bestaat niet zonder wij
je blijkt vervlochten met het mijn
en voelt het overal als samen
Weten
hoe bijzonder blijft het besef
jouw hart in mij te horen dansen
weten dat je aan mij denkt
de dag start altijd tezamen
in afstand zit je vlakbij altijd
je kijkt en lacht de dag vooruit
Gemis
het is er altijd
wel ergens
wanneer je iets ziet
dat wilt delen
het al voorbij is
het even sombert
lastig blijkt
iets onvoorzien
je dat wilt delen
het voorbijgaat
je lijkt gevangen
tot aan bevrijden
een zoen, knuffel
jouw zachte stem
voelen dat je er bent
Nat
van drup naar drup
droop de dag in mijn jas
likte mij wakker
langs stijve rug
ik wilde niet
al dit ontwaken
lag in gedachten nog
tegen je aan
Om
liefde wordt niet gewogen
vanaf daarboven als
één felle blik verovert
ze schuilt wat en schuifelt
beluistert je gefluister
voor haar val klapt
je bent verloren
totaal – en dat al
van tevoren
Laf
als oude tak brak ik hard af
lag laf ineengedoken
stond op
vanuit zelfgegraven graf
zag naar wat er wel was
twee herten in de verte
een buizerd boos op
mijn iets te roekeloos
daartussen kleuren
een stil gevuld met fluiten
door licht omlijst alleen
Weggeschreven
zoveel woorden
heb ik voor je over
ik zal ze zwijgen lief
slechts beschrijven
op wat zachts
soms wat somber
het is wat ik doe
wie ik ben
ze zullen je bewaren
strelen over wang
ietwat steken eerst
vooral in het begin
maar weet dat
met elke zin
ik aan je denk
ruik aan je huid
en kus op je buik
niet vergeet
je weet
Voorbij
er doorheen
schrijf je altijd
in het alleen
samen
met een rijtje
pasgeboren woorden
nog wankel
op de poten
de eersten
na de punt
stil drogend
aan de zilte lucht
in voltooid
voorbij
Rem
dat gevoel dat je stilstaat
niet vooruitkomt omdat
steeds iemand voor je staat
vol met jou, leef jij onderhuids
kleurt zijn hele dagen vol
zet zijn binnen aan met open
jij bent het licht van leven
zijn schitterende volle maan
en hij de rem op je bestaan
aan je voeten in eenvoud
zie je wat er is in eigen zwart
blijkt hij je schaduw overdag
knip de lijnen vrij – leef je eigen jij
het is het restje jou en mij
dat hier vervliegt en jou bevrijdt