kijk nog eens zoals je mij doet
van de top tot aan mijn tepel
leg jij je lippen om mijn heel
glijden nagels waar het zindert
vreet je dwars door alles heen
schroom verloren, ongehinderd
proef lustig, laat mij verzuchten
Tag: verlangen
Dorst
laat mij alles van je drinken in dit heet
aan je plakken, langs je glijden, kus me
les mijn dorst, klem je vast, gooi je los
laat mij in je zinken, naar het diepe
kijk in mij waar het lust, kus het bang
voel je vrij, stop de tijd, tot het klopt
Schijn
ook hier is mijn alleen met mij
stapt dapper door de dagen, lacht
kijkt met mij naar het verste blauw
staat fier op broze benen
ik praat graag in mij, samen dwalen
lezen, zweten, verzwijgen van het nu
verdwijnen op het zuchten van de wind
en maar schrijven hoe alles goed voelt
Lees!
niets meer of minder dan
luieren met een Knausgard
Hugo Claus, wat Zwagerman
voor mijn iets verbrande neus
koud bier binnen handbereik
stukjes jou door mijn onderbuik
Gemis
de dag omhelst in hemelsblauw
gooit het donker vol in schittering
vult mijn koude hart met zindering
vlindert mij mee op zoek naar jou
Zonder jou
ik hoef je vaak maar aan te kijken
om te weten dat ik nooit meer zonder je wil
al dat jij wat onderhuids broeit, bloeit
in het open en het wijds roep ik je naam
laat het galmen over stenen
stuiteren over water tot aan het verste wat ik kan
pak je hand vast en ben alles wie ik ben
Weten
dat weten, zeker weten dat het goed zit
het voelen, onderhuids vervlochten
proeven, zoetig thuis in kaarslicht
en ruiken, een geur van samen, het wij
Aan de kant
hoe mooi wij zitten aan het water
in alle tijd, starend naar het niets
op het besef dat dit het is, zo ook kan zijn
ogen kruizen, herkennen, dan de lach
wandelen op de stilte van het weten
handen tintelen in verkennen van de wil
te mogen proeven aan de oude tranen
fris te likken aan het nieuw
met al het goede van het geven
lijkt dit het leven
Keuze
neem mij, beneem mij, verlegen en teder de adem in je ogenblik
lijdzaam zonder de twijfel, het ongeloof dat jij het mij verkoos
het immer missen gedoogd, tranen opgebaard
naast een dichterbij dan ooit, de tijd gedeeld met samen
in ons alleen tot het tot wij lijmt in de kracht van vele levens
Twijfel
tussen gevoel en verstand doolde twijfel
legde haar klamme hand op koude steen
zette wij stil, liet hoop verdwijnen, verkilde
wat zo warm was, nog amper geboren
trok alles om, zoog het leeg
omhulsels lagen laf zonder wat gepast was
hoe een kus ooit zelfs het ons ontsteeg
tot de val van het uitgesproken woord
ligt het dichtgeklapt, gebroken, voor dood