Alles

je bent de dagen die maar duren
korte nachten vol van laatste glazen
opstaan in onafgemaakte dromen
die wolkenvegen als penseelstreken
terugrollende kiezels aan het strand
trillend licht boven rimpelend water
de zoen die om meer blijft vragen
je bent eenvoudigweg nooit af
leeft je nu tot in ons later

Leeg

in het dichtbij woelde de afstand
met scherpe klauwen vol ongeloof
altijd voelend achter al te laat
sleepte leegte terug in diep verscholen

naakte waar scheen fel in onze ogen
keek binnen – naar te vaak gebroken
waar enkel glas schitterde in afwezigheid
stil de kilte blies als nooit tevoren

Toen

hoe jouw vroeger aan mij krabde
langs maar pas gestolde korsten
verschraalde plekken onderhuids

dat niet willen weten wie daar was
zijn vingers streek, je zuchten deed
naar wie je destijds ook zo keek

het schrijnde even lief
want je leeft in mij

error: De inhoud is beschermd !!