we lijken in wat leven is wel water
zijn onderweg, vanaf de bergen
naar de zee
de berg de oorspong, geboortegrond
met de zee als kalme dood, ons lot
je vindt een samen, vloeit versmolten
alsof uit dezelfde vlok ontstaan, ooit
of vliegt elkaar voorbij vol onbegrepen
stoot hard tegen steeds dezelfde steen
valt diep, verdwijnt in altijd ongezien
tussen het fijnste grind verslagen
of drijft trots op fris blad gedragen
waarbij het eens verbonden immer blijft