in het gisteren van vandaag
zit een merel op een hek
het is open
toont het morgen onder dauwgrijs
boven pluis van paardenbloemen
nodigt uit en voedt geweifel
elke pas zal dit beeld vertrappen
het mij verraden waar ik was
glinster doven in nat gras
ze vliegt op in mijn verstoren
laat luid haar ongenoegen horen
ik sluit het hek – keer om