regens bleken lijnen
ingedroogde ongelogen
nooit vergeten tranen
ze liepen over daken
drupten op de lakens
gutsten van de haren
voor de ogen van zij
zij die niet slapen
rare vogels vlogen hoger
leken lichter zonder donker
zagen zon en sterrenfonkel
dronken flessenvol vertier
ze zagen zonder vragen
droegen zonder klagen
keken zichtbaar in elkaar
verbonden in gevonden
deze dichters waren daar