je verdween in eigen zijn
mijn mij in jou vergeven
door warm gemis omsloten
nam je mij op, mee naar meer
meest, belijden met vertragen
bijna smekend verbleven
happend naar al je wild
het ruigst, dat vagevuur
wat in je huist, aan je zuigt
mij zal verbranden, verslaan
sissend uiteengespat
in het hiernogmaals