weet je nog lief
hoe ons hart te drogen lag
op elkanders schoot
wij deelden wat ooit kraste tot aan
het wie we nu waren
droomden waar we wilden zijn
samen dragen tot aan de dag
dat leven zinloos was
voorbij ineens
weet je nog schat
hoe we schromeloos spraken
over het grote leeg wat ons doorreeg
ook vervlocht meteen
het vroeger wat geen rust bracht
laffe ratten namen ons kind af
vraten van de onschuld, het zuiver
verharden wat ooit zacht was
weet je nog lief
hoe we keken en zo goed begrepen
niet ontweken wat ons ook verdeelde
weet dat ik het niet vergeet
hoe jij mij zag voor ik verloren bleek