ik voelde mij gekluisterd, ontluisterd
dolen door alsmaar stiller duister
zonder het strelen door jouw stem
waarop ik mij te pletter vloog
zo zacht wist jij mij vaak raak te raken
liet je koestering mijn verwoesting staken
hongerig naar een trage hartslag na felle veldslag
waarna wij ons bezweet overgaven
op het zwaard gespietst
stierven wij boven pas verbloed
buigzaam smolt lijdzaam tot vreedzaam geregen spreken
van slechts een eenzaam houden van
