Als twee opzichters
controleren wij alle paden
op voldoende wandelgenot
Jij door zwarte moddersloten
felgroene weilanden
achter alles aan wat leeft
gewoon een mooie stok is
Ik schiet eenvoudig in de lach
als ik je pluimstaart volg
je oren zie wapperen in de wind
Een kleine twintig kilometer lang
verlost van tijd, iedereen en alles
jij kan alleen maar slapen straks