Lustig

ik rook het luid – je lustvocht
waarin ik bestond, weer opstond
welriekend in het vorig vrij
ik mocht weer proeven van het wij
van het klam alzwetend geil

ik smeerde ons
aan al je rond, langs lijnen van rug en dij
van het kronkelend geweifel
je kalme deinen op het rauwe mij
ik kuste gulzig tussen plooien
oh, al dat moois wat jij daar vleide
het overbodige verleiden – je had me

we gaven over
aan het glazig glanzend
het niet gedurfd
laat staan gedaan
jij glom je bazig, mij zo meester

zinnenstrelend ruwde jij
jouw zijdezachte stoppels
langs mijn allerbeider slapen
zag ik je warms streng naar mij gapen
je kookte vrijwel – vrat mij op

error: De inhoud is beschermd !!