Bovenop

wat keek ik naar je op, jij neer op mij
deinde je dreigend als woest water
met de fijnste rimpeling
of juist woedend in je wild

je smeet ons zwetend tegen klippen
waar we rillend samen lagen
en zwegen – verzwolgen, verlegen
in het schuim van wat wij waren

error: De inhoud is beschermd !!