Beelden van sluimerende ruigte
in een gure kale prairie
vullen mijn verveelde geest
deze zaterdagmorgen
Stof sloft traag in vage dekens
over doffe paden
achter vermoeide paarden
die ongewassen mannen
huiswaarts dragen
Brandend verlangen naar vrijheid
en de onvoorwaardelijke liefde
afgeblust, afgekust
met liters lauwe bourbon
Verscholen in tabaksmist
schreeuwt een rotte strot
om verdoven van alle pijn
zijn ziel verscheurt
kleurt in het zwart van de dood