Zand straalt hard langs gebladerte
wat opwaait of samen schatert
alsof over elkaar gestruikeld
Winter wipt herfstresten
van haar paden door ijswind
in bevroren oren luid te laten fluiten
Waarom juist nu, zo pijnlijk
in tomeloze koude toorn
onze ogen laten branden in tranen
Lente duikt besmuikt weg
wetende dat vandaag zal zijn vergeten
tot deze ijzige arm huiswaarts vlucht
Tag: winter
Bibberen
Poolwind
Voor vandaag
is de lente
even niet te vinden
Weggevaagd
Winter
Licht trekt ons naar buiten met
de warmte als belofte
Straft ons daar met ijzige zweep
verpakt in noordenwind
Waaien
Wind fluit om het huis
Door zijn kieren eveneens
Koude gure bries
Winterplaag
Wachten op de zon
die onze bollen aait
met welverdiend licht
evenzoveel warmte
Winterwraak wacht
witte kleffe plakken
op even bleke snoet
verdampt in lentezucht
Koning
Boos hoor ik vanuit de struiken
Gemopper en gescheld
Uitgedrukt in hoog gekwetter
Blijkbaar is hij als enige
Ontevreden
Dat de lente komt
Bijna van zijn troon gestoten
Maar even nog
De winterkoning
Langste nacht
En we verlangden zo naar rode oren
Dito wangen en vingertoppen
Tenen die gilden van de pijn
Sneeuwvlagen
Die stiekem onder je sjaal kropen
Kraakstappen
Die je lieten ploegen en ploeteren
De winter lijkt te zijn vergeten
In hooikoorts weggesnoten
Winterwraak
Als de lente komt
Na zoveel donker
Scharrelen eendenparen
Tussen ontwakende bloei
Wraakt de winter ineens
Met snijdende wind
Woest over land en water
In boze witte waanzin
Breekt nieuw blad
Onder hangend ijs
Kraken bomen klagend
In schrale oostenwind
We kruipen naar binnen
Of in onze kragen
Protesteren onder mutsen
Ondergaan een laatste straf
Het wit zal verdwijnen
Onder de kracht van licht
Al het groen zegevieren
In de liefde van de zon
Langste nacht
We verlangden zo naar rode oren
Dito wangen en vingertoppen
Tenen die gilden van de pijn
Sneeuwvlagen
Die stiekem onder je sjaal kropen
Kraakstappen
Die je lieten ploegen en ploeteren
De winter lijkt te zijn vergeten
In hooikoorts weggesnoten
Stil
Hoe mooi is de wereld
Die langzaam ontwaakt
In een lage winterzon
Worden bomen getekend
In gitzwart tegen gele gloed
Geeft de stilte gul
Gladde zwarte spiegels
Hoor je alleen de vogels
Genieten van alles
Net als ik