over de plek waar ik graag kwam
hoe het warmde als men mij staan zag
hoe dan de lucht brak en alles open lag
het rook er zo lekker naar later
naar uren praten aan het water
naar lange stiltes met één hand vast
het ergens weten van een eindig
maar zacht gedeeld in het vandaag
Tag: water
Poel
dans tot de dag volgt na het donker
op mijn nochtans onbevangen rimpeling
onderhuids gedonder druist tegendraads
verlicht leed lijkt betraand te verbloeden
vloeiend verbonden met dat wat onder is
zonder zien voelt stilte zoveel harder
verzegelen vliezen schone diepten
zakken zorgen weg in zompig zand
Kabbelend
Rustig kletst
troebel water
haar verhalen
tegen mij aan
Lijkt tevreden
in haar sas
voor wie kijkt
en luistert
Fluistert zij
verhelderend
verkwikkend
en gerust
Wind
Woeste bries
blaast hard
grauwe wolken
over rafelig water
onderweg
naar later
Droog
Grond hijgt smekend van heimwee
naar de blauwe blubber van weleer
Trekt bleek, uiteen gereten
als de doffe schubben van een vis
op land alleen gelaten, verlaten
door het stromend water
van een ooit glasheldere beek
Uitgejoeld door hordes peuters
die onbedoeld luidkeels spelen
vanuit hagelnieuwe felblauwe
minimeren vol plezier
Waterkracht
De kracht van water
Maakt uit de hoogte diepte
In zijn vrije val
Golven
Ritmisch dreunen
grauwe golfen dansend
vol overgave kapot op
ongenadige branding
Spatten schuimend
onder bruisend applaus
uiteen in oneindig eren
van leven, lust en liefde
Passie zonder schaamte
Schuim
In de luwte van de storm
trekken lage wolken verder
Verhullen hoog hemels blauw
wat aan land zo werd gemist
Als laatste trage stuipen
schuimt de zee nog even na
tot de luwte van de storm
ze kalm tot stilte maant
Zee
De zoute zee
Met al zijn water
Verbergt vrijwel alles
Geeft zoveel meer
Kalmte
Zijn golvende hartslag
Focus
Aan zijn verre horizon
Kleur
Zijn spel met de zon
Smaak
Aan al wat hier leeft
Longtailboot
Je stapt in een wankel houten bootje
Met achterop een enorme motor
Van een snelle auto of oude bus
En een enorme stok met schroef
Een kabaal maakt zich meester
Van alle stilte om ons heen
Je houdt je van schrik stiekem vast
Alsof de boel straks zal ontploffen
Daar maalt de schroef
De pk’s keihard de diepte in
Vliegen we stuiterend vooruit
Woest schuim achter ons aan
Meneer geeft nog een dot gas
En grijnst daarbij gemenig
De lange staart graaft jankend
En doet ons bang grinniken
Wie dit ooit heeft uitgevonden
Verdient een standbeeld
En een eigen competitie
Bij voorkeur dwars door Bangkok